WallPerfect Flexio 995
WallPerfect Flexio 995
Voor het reduceren van de verfnevel en ter verbetering van het spuitresultaat,
i
moet de kleur op de mengschaal (rood of groen) overeenkomen met de kleur
van het symbool van de spuitstraalbreedte (rood of groen).
15. Inbedrijfname bij werken met de spuitlans
•
Plaats het apparaat uitsluitend op een schone, vlakke ondergrond.
•
Controleer voor aansluiting op het lichtnet dat de netspanning overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje.
Pas op! Controleer voor het inschakelen van het apparaat of de
handbeugel niet getrokken/vergrendeld is. Een vergrendeling van de
handbeugel leidt tot onopzettelijk spuiten van verf. Vergrendel de
handbeugel uitsluitend tijdens het reinigen.
•
Netsnoer insteken.
•
Multifunctionele schakelaar (afb. 6, A) op "Fill/Clean" zetten.
•
Spuitlans boven het verfgebinte houden.
•
Handbeugel zo lang ingedrukt houden, tot de verf uit het
mondstuk komt.
Het systeem is nu met verf gevuld en is bedrijfsklaar.
•
Spuitlans bij verfemmer weghouden.
•
Multifunctionele schakelaar (afb. 6, A) op "ON" zetten.
16. Spuittechniek met de spuitlans
•
Dek de oppervlakken die niet gespoten moeten worden af.
•
Het is zinvol om op karton of een soortgelijke ondergrond een
spuitproef uit te voeren, om de geschikte instelling te bepalen.
Belangrijk: Op de rand van het spuitvlak beginnen. Eerst met de spuitbeweging
beginnen en dan de handbeugel
indrukken. Onderbrekingen binnen
het spuitvlak vermijden.
•
Kies een afstand van 10-30 cm.
Afb. 7 A:
GOED gelijkmatige afstand tot het
object.
Afb. 7 B:
FOUT ongelijke afstand heeft een
ongelijke verfaanbrenging als
resultaat.
•
Beweeg de spuitlans gelijkmatig omhoog en
omlaag.
•
Draai de spuitlans met 90° voor horizontaal
werken.
Fill/
CLEAN
A
10-30 cm
A
B
NL
D
OFF
107
107