CONFIGURATIE. Door pq te gebruiken kunnen de waarden gewijzigd worden en ter validatie ENTER drukken . Wenst men
de figuratiesequentie te verlaten druk MENU. Na elke ENTER verschijnen automatisch de verschillende schermen van de sequentie.
Bij groepsassemblage, nadat AUTOMATIC in het MASTER apparaat is gedrukt, zal het AUTOMATIC LED lampje van het SLAVE
apparaat beginnen knipperen, wat aangeeft dat de communicatie tussen beide klaar is. Als dit niet het geval is, de verbinding
controleren (fig 5).
Om de configuratiesequentie te starten druk MENU gedurende 3"
Door middel van pq kan de taal gekozen worden: "NEDERL. TAAL", "LANGUE
FRANÇAISE", "LINGUA ITALIANA" en "IDIOMA ESPAÑOL".
Door middel van pq geef de nominale stroomwaarde in A in nodig voor de
thermische bescherming. Deze waarde wordt weergegeven op het motorplaatje.
Druk ENTER voor validatie.
WAARSCHUWING: deze waarde is gelinkt aan het stroomdetectie
systeem, dus het is van groot belang om het juiste stroomverbruik zoals
vermeld op het motorplaatje in te geven.
DRAAIRICHTING. Controleer de draairichting door de START/STOP druktoets.
Door middel van pq (0/1) kan dit gewijzigd worden. Druk ENTER voor validatie.
MINIMUM FREQUENTIE. Door p kan de lage frequentiewaarde verhoogd worden,
binnen 15-48 Hz voor 3fasige pompen en 30-48 Hz voor 1fasige pompen.
*De minimum frequentiewaarde wordt gebruikt als frequentiestop in installaties waar de automatische
detectie van de apparaat niet werkt ingevolge lekken in het systeem. Zie hydraulische installatie.
hydraulische installatie.
Dit betreft de systeemwerkdruk. Gebruik pq om de initiële waarde (2 bar) te wijzigen.
WAARSCHUWING ! De ingegeven druk moet minstens 1 bar lager zijn dan de
maximumdruk van de pomp.
OPM.: In geval van groepsassemblage werkt het systeem met de druk ingegeven in het
MASTER apparaat, zodat de drukconfiguratie in het SLAVE apparaat overbodig is.
De standaardwaarde is 0,5 bar. Deze drukwaarde wordt toegekend aan het ingesteld systeem, als
gevolg van de laatste druk waarbij het systeem de pomp in gang zet als het hydraulisch systeem
daarom vraagt. Gebruik pq om de initiële waarde te wijzigen. Het is aangewezen om deze waarde
tussen 0,3 en 0,6 bar te houden. Voorbeeld:
Ingegeven druk: 2 bar.
n
Differentieelstart: 0,3 bar
n
Uiteindelijke opstartdruk: 2 - 0,6 = 1,4 bar.
n
EXTERNE INPUT. Gebruik pq om de het juiste type externe input te selecteren:
0-DISAB: uitgeschakeld
1-NIVEAU: Beschikbaar als externe niveau bewaking.
2-AAN/UIT: Gesloten contact -> Systeem beschikbaar / Open contact -> Systeem uitgeschakeld.
3-PR_2: Gesloten contact -> Eerste druk / Open contact -> Tweede drukinstelling beschikbaar (PR_2)
If PR_2 (tweede drukinstelling). De tweede drukinstelling moet op dezelfde manier geconfigureerd
worden als de eerste drukinstelling. De PR_2 zal alleen beschikbaar zijn wanneer het externe contact
open is.
apparaat is standaard geconfigureerd als ENKEL. In geval van enkele assemblage bevestig
De
ENKEL door op ENTER te drukken. In geval van groepsassemblage (M-S), kies respectievelijk
SLAVE en MASTER in elke unit door q. te drukken. In geval van meer dan 2 apparaten, dient
"SLAVE" door "SPEEDC" gewijzigd door 2 x qte drukken - zie instructies van het SPEEDCENTER.
In het geval dat 1-MASTER is geselecteerd, kan het aangepast worden met een maximale tijd van continu in bedrijf
zijn. Na de geconfigureerde tijd (t.A) van een continu bedrijf zal een alternerende functie worden geforceerd.
Waarde 00 betekend dat deze instelling niet beschikbaar is.
Het leesbereik van de aangesloten druksensor dient aangepast.
Als het bereik tussen 0-10 bar ligt bevestig door op ENTER te drukken.
Als het bereik tussen 0-16 of 0-25 bar ligt, wijzigen door pq te drukken en dan
met ENTER bevestigen.
Configuratie van de minimale druk in het systeem. Met de waarde 0,0 bar, is het uitgeschakeld. Als het
systeem een waarde detecteert van druk onder de "P.min" gedurende een tijd welke langer is dan de
ingestelde tijd "T.P.Min", zal het alarm A13 verschijnen in het display.
Configuratie van de tijd dat het systeem mag werken onder de ingestelde minimale druk, voordat het
alarm voor minimale druk verschijnt.
Nadat op ENTER is gedrukt, is het systeem gebruiksklaar. Druk AUTOMATIC om de
manuele modus te verlaten.
Bij groepsassemblage druk AUTOMATIC enkel in het apparaat ingesteld als MASTER.
46
MENU
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ON
START/
OFF