Camera monteren
8.3
Camera aansluiten
I
INSTRUCTIE
Plaats de camerakabel zodanig, dat u bij een eventueel nood-
zakelijke uitbouw van de camera makkelijk bij de stekkerver-
binding tussen camera en verlengkabel kunt komen. De
demontage wordt daardoor aanzienlijk vereenvoudigd.
Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij om
een beetje vet, bijv. poolvet, in een van de stekkers aan te
brengen.
➤ Leid de camerakabel in het voertuig.
➤ Steek de stekker van de camerakabel in de stekkerbus van de verlengka-
bel (niet bij de levering inbegrepen, afb. l 1, pagina 9).
➤ Schroef de steekverbinding vast als bescherming tegen het binnendrin-
gen van water (afb. 0, pagina 5).
8.4
Aansluitbox aansluiten (afb. l, pagina 9)
De schakelbox is klaar om te monteren geleverd.
➤ Bevestig de schakelbox op een geschikte plaats.
I
INSTRUCTIE
Verbind de camera-ingang voor dichtbij (achteruitrijcamera) met
aansluiting „C1" en de camera-ingang voor veraf met aansluiting
„C2".
➤ Sluit de schakelbox elektrisch als volgt aan:
– Sluit de camera-ingangen van de monitor op de aansluitingen „C1" en
„C2" aan.
– Sluit de systeemkabel van de camera op de aansluiting „CAM" aan.
De camera wordt via de achteruitversnelling of de camerakeuzetoets aan de
monitor in- resp. uitgeschakeld.
102
PerfectView CAM604
NL