• Vermijd gebruik van het toestel in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- Zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
• Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Men moet aannemen dat
gevaarloos gebruik niet meer mogelijk is, wanneer:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer functioneert en
- het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- het apparaat tijdens transport zwaar is belast.
• Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is
gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het toestel onder bepaalde omstandigheden
beschadigd raken. Laat het toestel uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
108