4.3 Kookplaat
Zet een pan rechtstreeks op een kookplaat. Draai de corresponderende knop
rechtsom of linksom om de kookplaat in te schakelen.
Draai de knop naar de O / OFF / UIT positioneren om koken te stoppen.
4.4 Oven
De oven kan worden opgewarmd met behulp van
de onderste en bovenste verwarmingselementen.
De werking van de oven wordt gecontroleerd
door de ovenfunctie knop. Om een functie in te
stellen dient u de knop naar de gewenste positie te
draaien.
Om een temperatuur te selecteren, gebruikt u de
temperatuurregelknop
temperatuur in te stellen. U kunt de temperatuur
instellen binnen een bereik van 50-250 ℃.
De oven kan uitgeschakeld worden door het
instellen van deze beide knoppen in de stand
Kookplaat
UIT.
1
Laag
6
Hoog
Exclusief voor potten met een platte
bodem.
Ø potten = Ø kookplaat.
Niet schuiven; maar anheffen.
om
de
gewenste
86
.