3. Technische gegevens
o
De complete ventilatoreenheid bestaat uit een blazerbehuizing, blazer, ademslang, riem, batterij en
lader.
•
Op het ventilatorapparaat moeten twee of drie schroeffilters bevestigd worden. De schroefdraad van
filter en ademslang van het ventilatorapparaat is conform EN 148-1.
•
Met het Proflow2 gebruik altijd 2 filters van hetzelfde type en dezelfde klasse.
•
Met het Proflow3 gebruik altijd 3 filters van hetzelfde type en dezelfde klasse.
o
Display en alarmzoemer.
o
Oplaadbare NiMH batterij 9,6V/standard of power. De batterij kan worden opgeladen 400-500 malen.
o
Accessoire: In plaats van de batterij kan ook een transformator (230 VAC) gebruikt worden of een
elektriciteitssnoer dat verbonden wordt met het contact van de sigarettenaansteker van de auto (12
VDC). In deze gevallen moet het batterijcontact worden losgekoppeld.
Automatische
van de luchttoevoer
Proflow2 SC 120
minstens 120 l/min
Proflow3 120
minstens 120 l/min
Proflow3 180
minstens 180 l/min
Keuze van aangeblazen ademhalingstoestel met filter
Type ademhalingstoestel
Aangeblazen
halfmasker
partikelfilter
TM2P
Aangeblazen volgelaatsmasker met
partikelfilter
TM3P
Aangeblazen
gelaatsscherm
laskap met partikelfilter
TH1P
TH2P
TH3P
Ademhalingstoestel
combinatiefilter
Aangeblazen halfmasker met gasfilter
*)
TM2 gasfilterklasse 1, 2 of 3
Aangeblazen volgelaatsmasker met
gasfilter *)
TM3 gasfilterklasse 1, 2 of 3
Aangeblazen
gelaatsscherm
laskap met gasfilter *)
TH2 gasfilterklasse 1 of 2
TH2 gasfilterklasse 1 of 2
TH3 gasfilterklasse 1 of 2
*) Onder voorwaarde dat de maximaal toegestane concentraties van schadelijke gassen niet worden overschreden.
Deze zijn bij gasfilters met ventilator 0,05 vol.% in gasfilterklasse 1 en 0,1 vol.% in gasfilterklasse 2 en 0,5 vol.% in
gasfilterklasse 3.
**) Bij nationaale aanbevelingen: immer dient te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
regeling
Werkingstijd met volle
batterij
minstens 4 uur
minstens 4 uur
minstens 4 uur
Veelvoud van de arbeids-
hygiënische grenswaarde **)
met
100
500
of
"Open" ademhalingstoestellen, zoals helm of kap, verlenen
onvoldoende bescherming wanneer de ventilator defect
5
raakt of minder goed werkt. Om deze reden mogen
20
ademhalingstoestellen van de klasse TH1 niet gebruikt
100
worden ter bescherming tegen kankerverwekkende, zwaar
giftige of radioactieve gassen of dampen.
met
De veelvouden van de arbeidshygiënische grenswaarde worden voor
gas- en partikelfilters apart vermeld. In beide gevallen dient te worden
uitgegaan van de kleinste waarde.
100
500
of
Bij
het
combinatiefilter
5
desbetreffende gas- en partikelfilters in acht te worden
20
genomen.
100
Gewicht van het ventilatorapparaat
zonder filters
1,590 kg
1,810 kg
1,810 kg
Opmerkingen, beperkingen
gebruik
van
ademhalingstoestel
dienen
de
beperkingen
69
met
een
van
de