Ga als volgt te werk:
- Vul een houder, die groot genoeg is voor alle afzonderlijke, te desinfecteren onderdelen, met een oplos-
sing van drinkwater en desinfecteermiddel. Houd u aan de verhoudingen vermeld op de verpakking van
e-
het desinfecteermiddel.
it-
- Dompel ieder onderdeel volledig in de oplossing en zorg ervoor dat er bij contact met de onderdelen geen
en
luchtbellen worden gevormd. Laat de onderdelen in het water ondergedompeld voor de duur die aange-
ze
geven staat op de verpakking van het desinfecteermiddel en behorend bij de gekozen concentratie voor
et
de bereiding van de oplossing.
s-
- Haal elk gedesinfecteerd onderdeel uit het water en spoel het goed af met lauw drinkwater.
- Na het desinfecteren de accessoires energiek schudden en op keukenpapier leggen of ze met warme
lucht drogen (bijvoorbeeld met een haardroger).
- Verwijder en verwerk de oplossing volgens de aanwijzingen van de producent van het desinfecteermiddel.
LUCHTFILTERING
Het toestel is uitgerust met een aanzuigfilter, die zich in de draaiknop voor
drukregeling bevindt; wanneer deze filter vuil is of van kleur verandert,
moet die worden vervangen. Om te vervangen tilt u de draaiknop voor
drukregeling (A3) op, haal daarna de filter eruit.
De filter niet spoelen of opnieuw gebruiken. De filter moet regelmatig wor-
den vervangen om correcte prestaties van de compressor te verzekeren.
De filter moet regelmatig gecontroleerd worden. Neem contact op met
uw verkoper of met het bevoegde assistentiecentrum om reservefilters
aan te vragen.
6)
ng
STORINGEN OPSPOREN
STORING
Het apparaat werkt niet
Het toestel vernevelt niet of verne-
velt weinig
Het toestel maakt meer lawaai dan
gewoonlijk
Wendt u tot uw verkoper of tot het dichtstbijzijnde erkende assistentiecentrum van FLAEM als het apparaat na controle van
bovenstaande omstandigheden niet correct werkt.
Alvorens een interventie uit te voeren,
moet men het apparaat uitzetten en de stekker van de stroomkabel uit het stopcontact halen.
OORZAAK
Voedingskabel niet correct in het
stopcontact van het apparaat of in
het stopcontact van de netvoeding
ingebracht
Het geneesmiddel werd niet in de
vernevelaar ingebracht
De vernevelaar is niet correct ge-
monteerd.
Het pijpje van de vernevelaar is
verstopt
De luchtslang is niet correct op het
apparaat aangesloten
Het luchtpijpje is geplooid of be-
schadigd of verstrengeld
De luchtfilter is vuil
Drukregelaar is niet correct in zijn
zitting ingebracht
OPLOSSING
Breng de voedingskabel correct in
de stopcontacten
Giet de juiste hoeveelheid genees-
middel in de vernevelaar.
Demonteer en hermonteer de ver-
nevelaar op de correcte manier,
zoals op het verbindingsschema
op de omslag.
Demonteer de vernevelaar, ver-
wijder het pijpje en maak schoon
Wanneer aanslag van het ge-
neesmiddel niet uit de verneve-
laar wordt verwijderd, kan dit de
efficiëntie en de werking nadelig
beïnvloeden Houdt u strik aan de
instructies in het hoofdstuk REINI-
GING, ONTSMETTING EN DESIN-
FECTIE
Controleer of de luctinlaat correct
op de hulpstukken is aangesloten
(zie verbindingsschema op de om-
slag).
Ontrol de slang en controleer of er
geen geplette delen of gaatjes zijn.
Indien dit het geval is, moet men
die vervangen.
Vervang de filter
Steek de drukregelaar correct he-
lemaal vast in zijn zitting
31