Functie
1
Rijfunctie
2
Motorrem
3
Onderspannings-
bescherming
4
Startmodus
5
Maximale remkracht 5x kort
De grijs gemarkeerde waarden zijn de door de fabrikant uitgevoerde basisinstellingen op het moment dat
deze gebruiksaanwijzing werd geschreven. Mogelijks heeft de rijregelaar van uw voertuig een andere
basisinstelling. Let in dat geval op het aantal knippersignalen van de rode led.
Beschrijving van de instelfuncties:
• Functie #1, groene LED knippert 1x kort: Rijfunctie
De rijregelaar kan hier tussen de twee rijfuncties „vooruit/rem" en „vooruit/rem/achteruit" worden omgeschakeld.
Aan de hand van de instelling „Vooruit/rem" is het achteruit rijden uitschakelbaar, dit wordt bij wedstrijden vaak
verlengd.
• Functie #2, groene LED knippert 2x kort: motorrem
Als u het gas van de zender wegneemt resp. de gas-/remhendel op de zender naar de neutrale stand terug be-
weegt, zal het voertuig vanzelf verlangzamen. De werking is daarmee precies hetzelfde als de motorremfunctie bij
een „echte" auto, als u het gaspedaal loslaat, maar nog niet op het rempedaal trapt.
Bovendien komt dit met de remfunctie, die een traditionele elektromotor heeft, overeen (een Brushless-elektromo-
tor beschikt niet over sterke magneten, die de rotor afremmen).
• Functie #3, groene LED knippert 3x kort: Onderspanningsbescherming
Als LiPo-rijaccu wordt gebruikt, moet absoluut de onderspanningbeveiliging worden geactiveerd (bijv. wij raden
tenminste 3,0 V per cel aan). Bij gebruik van een LiPo-accu zonder onderspanningsbescherming wordt de LiPo-
accu door een diepontlading permanent beschadigd!
Als de rijregelaar bij een 2-cellige LiPo-accu (volledig opgeladen ca. 8,4 V) en een uitschakelspanning van 3,0 V/
cel een accuspanning van 6,0 V meet, schakelt de motor uit om een diepontlading van de LiPo-accu te vermijden.
Bij gebruik van een NiMH-rijaccu moet u de onderspanningsbeveiliging uitschakelen. Anders stelt u de onderspan-
ningsbeveiliging op 2,6 V/cel in.
Wanneer de spanning van een NiMH-/NiCd-rijaccu na het inschakelen van de rijregelaar onder de 9 V ligt, interpre-
teert de rijregelaar dit als een 2-cellige LiPo-accu. Het uitschakelen zou dan bij 5,2 V (2 x 2,6 V) gebeuren.
Als de spanning van een 6-cellige NiMH-/NiCd-rijaccu echter boven de 9 V (bijvoorbeeld bij accu's met een relatief
hoge spanningsstand of pas opgeladen accu's), interpreteert de rijregelaar dit als een 3-cellige LiPo-accu. Het
uitschakelen zou dan bij 7,8 V (3 x 2,6 V) gebeuren, wat natuurlijk ongewenst is. In dit geval moet de bovenspan-
ningsbeveiliging worden uitgeschakeld.
110
Groene LED
1x kort
knippert
(+ pieptoon)
1x kort
Vooruit/rem
2x kort
0%
3x kort
Uitgeschakeld 2,6 V/cel
4x kort
Langzaam
25%
Rode LED knippert.... (+ pieptoon)
2x kort
3x kort
4x kort
Vooruit/Rem/
Achteruit
5%
10%
15%
2,8 V/cel 3,0 V/cel 3,2 V/cel 3,4 V/cel
Normaal
Snel
Zeer snel
50%
75%
100%
1x lang
1x lang,
1x lang,
1x kort
2x kort
20%
25%
30%
1x lang,
3x kort
40%