6.7. Extern afspeelapparaat aansluiten
U kunt de aansluiting A U X (druk hiervoor op de knop F U N C T I O N tot AUX
op het display wordt weergegeven) gebruiken voor het aansluiten van een extern
afspeelapparaat (bijv. een cd-speler of mp3-speler. .
Zet het apparaat in de stand-bymodus.
Schakel uw externe apparaat uit.
Steek het ene einde van een 3,5 mm tulpkabel (niet inbegrepen) in de AUX IN-
aansluiting op de achterzijde van het apparaat.
Het andere einde van de kabel sluit u aan op uw externe apparaat.
Schakel uw externe apparaat in.
Druk op de knop S TA N D B Y / O N .
Druk op de knop F U N C T I O N tot AUX op het display wordt weergegeven.
Het audiosignaal van uw externe apparaat wordt nu afgespeeld.
7. Geluidsfuncties
7.1. Volume
Met de knoppen V O L U M E stelt u het volume in op een schaal van 0 tot 32.
Druk op + om het volume te verhogen en op - om het te verlagen. Op het dis-
play wordt de volumewaarde
7.2. Surroundsound inschakelen
Druk op de knop 3 D S U R R O U N D op de bovenzijde van apparaat om het
ruimtelijke geluid in te schakelen. Voor de normale geluidsweergave drukt u
opnieuw op de knop 3 D S U R R O U N D . Bij een ingeschakelde surround-
functie wordt op het display S U R R O U N D weergegeven.
7.3. Equalizer
Deze functie dient voor het aanpassen van het geluid. Kies een van de volgende ge-
luidsfilters (equalizer): ROCK -> POP -> JAZZ -> FLAT -> CLASSICS
OPMERKING
De equalizer kan alleen ingesteld worden als de 3D SURROUND-functie
niet is ingeschakeld.
NL
FR
DE
15