De diepvrieslade met de diepvries-
2.
waren verwijderen en op een koele
plaats bewaren. Koude-accu's, in-
dien voorhanden, op de dievries-
waren leggen.
Het apparaat uitschakelen.
3.
→ Pagina 122
Haal de stekker van het apparaat
4.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Om het ontdooien te versnellen,
5.
een pan met heet water op een on-
derzetter in het vriesvak zetten.
Het dooiwater met een zachte
6.
doek of een spons opvegen.
Het vriesvak met een zachte, dro-
7.
ge doek droogwrijven.
Het apparaat elektrisch aansluiten.
8.
Het apparaat inschakelen.
9.
→ Pagina 122
De diepvrieslade met de diepvries-
10.
waren opnieuw plaatsen.
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
Apparaat voorbereiden voor
reiniging
Informatie over de wijze waarop u uw
apparaat voorbereid voor reiniging
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 122
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Reiniging en onderhoud nl
Haal alle levensmiddelen uit het
3.
apparaat en bewaar deze op een
koele plek.
Indien beschikbaar koelelementen
op de levensmiddelen leggen.
Als een rijplaag voorhanden is, de-
4.
ze laten ontdooien.
Neem alle uitrustingsdelen uit het
5.
apparaat. → Pagina 128
Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals
voorgeschreven, zodat het niet door
een verkeerde reiniging of onge-
schikte schoonmaakmiddelen be-
schadigd raakt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hoge-
▶
drukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
¡ Vloeistof in de verlichting kan ge-
vaarlijk zijn.
Het sop mag niet in de verlich-
▶
ting terechtkomen.
LET OP!
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het
apparaat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
▶
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende rei-
▶
nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei-
▶
nigingsmiddelen gebruiken.
¡ Wanneer u uitrustingsdelen en ac-
cessoires in de vaatwasser reinigt,
kunnen deze vervormen of verkleu-
ren.
Reinig nooit plateaus en hou-
▶
ders in de vaatwasser.
127