WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u de aanbevolen corrigerende maatregelen in
onderstaande tabel uitvoert, behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem
heeft dat niet in deze tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM
De motor start niet of gaat na enkele seconden
na het starten weer uit. (Controleer of de
schakelaar in stand "I" staat)
De motor start, maar versnelt niet voldoende of
werkt niet goed bij hoge snelheid.
De motor bereikt de volledige snelheid niet
en/of geeft zeer veel rook af.
De motor start, draait en versnelt, maar wil niet
stationair lopen.
Het zaagblad en de ketting warmen op en
beginnen te roken tijdens het werken
De motor start en loopt, maar de ketting draait
niet
WAARSCHUWING: raak de ketting nooit
aan wanneer de motor in werking is
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAKEN
1. Er is geen vonk
2. Motor is verzopen
De carburateur moet worden afgesteld
1. Controleer het olie-/benzinemengsel
2. Luchtfilter is vuil
3. De carburateur moet worden afgesteld
De carburateur moet worden afgesteld
1. Olietank ketting leeg
2. Kettingspanning te strak
3. Defect van het smeringssysteem
1. Kettingrem ingeschakeld
2. Kettingspanning te strak
3. Assemblage zaagblad en ketting
4. Ketting en/of zaagblad beschadigd
5. Koppeling en/of tandwiel beschadigd
OPLOSSING
1. Controleer de vonk van de bougie. Als er geen vonk is, herhaal de test dan
met een nieuwe bougie (RCJ-4)
2. Volg de procedure op pag. 21. Als de motor nog niet start, herhaal de
procedure dan met een nieuwe bougie
Neem contact op met een erkend reparatiecentrum om de carburateur te laten
afstellen.
1. Gebruik verse benzine en een olie die geschikt is voor tweetaktmotoren
2. Schoonmaken; zie de instructies in het hoofdstuk Onderhoud van het
luchtfilter
3. Neem contact op met een erkend reparatiecentrum om de carburateur te
laten afstellen
Stel de stationairstelschroef "T" (Fig.84, pag.39) naar links bij om de snelheid te
verhogen; zie het hoofdstuk Onderhoud carburateur
1. De olietank moet gevuld worden telkens de brandstoftank wordt gevuld
2. Kettingspanning; zie de instructies in het hoofdstuk Zaagblad- en
kettingmontage (Pag.13)
3. Laat gedurende 15-30 seconden met volledig geopend gas werken. Sluit en
controleer of er olie van de punt van het zaagblad druipt. Indien er olie
aanwezig is, kan het defect te wijten zijn aan een losse ketting of een
beschadigd zaagblad. Indien er geen olie is, neem dan contact op met een
Erkende Hersteller
1. Schakel de kettingrem uit; zie hoofdstuk Gebruik – Kettingrem (Pag.27)
2. Kettingspanning; zie de instructies in het hoofdstuk Zaagblad- en
kettingmontage (Pag.13)
3. Zie de instructies in het hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage (Pag.13)
4. Zie de instructies in het hoofdstuk Onderhoud zaagblad en/of ketting
(Pag.35)
5. Vervang ze indien nodig; neem contact op met een Erkende Hersteller
63