•
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Incidenteel onderhoud
•
Laat de geluiddemper na 50 bedrijfsuren repareren
of vervangen door een erkend servicecentrum.
•
Voer onderhoud aan de bougie uit als:
•
het vermogensniveau van de motor te laag is.
•
de motor moeilijk kan worden gestart.
•
de motor niet naar behoren werkt bij stationair
toerental.
•
Controleer de smering van de zaagketting telkens
wanneer u brandstof bijvult. Zie
zaagketting controleren op pagina 253 .
Stationair toerental afstellen
Zorg dat het luchtfilter schoon is en dat het
luchtfilterdeksel is aangebracht voordat het stationaire
toerental wordt afgesteld.
1. Draai de stelschroef voor stationair draaien, die is
gemarkeerd met een 'T', rechtsom totdat de
zaagketting begint te draaien.
2. Draai de stelschroef voor stationair draaien, die is
gemarkeerd met een 'T', linksom totdat de
zaagketting stopt.
3. Het stationaire toerental moet lager zijn dan het
toerental waarbij de zaagketting gaat draaien. Het
stationaire toerental is juist wanneer de motor in alle
standen soepel draait.
Vonkenscherm reinigen
1. Gebruik een staalborstel om het vonkenscherm te
reinigen.
Onderhoud uitvoeren aan de bougie
OPGELET: Gebruik de aanbevolen bougie.
Zorg dat het vervangende onderdeel
identiek is aan het onderdeel dat door de
fabrikant wordt geleverd. Een onjuiste
bougie kan leiden tot schade aan het
product.
1. Als het apparaat niet soepel start of draait,
controleert u de bougie op de aanwezigheid van
ongewenst materiaal. Om het risico van ongewenst
materiaal op de elektroden van de bougie te
beperken:
a) zorg dat het stationaire motortoerental correct is
afgesteld.
b) zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) zorg dat het luchtfilter schoon is.
2. Reinig de bougie als deze vuil is. Controleer of de
afstand tussen de elektroden juist is. (Fig. 74)
3. Vervang de bougie indien nodig.
Het luchtfilter schoonmaken
252
Smering van de
1. Verwijder het luchtfilterdeksel en verwijder het
luchtfilter.
2. Reinig het luchtfilter met een warm sopje van water
en zeep. Zorg dat het luchtfilter droog is wanneer u
dit aanbrengt.
3. Vervang het luchtfilter als het zo vuil is dat het niet
meer volledig kan worden gereinigd. Vervang een
beschadigd luchtfilter altijd.
Zaagketting slijpen
De snijder
De zagende delen van een zaagketting worden
zaagschakels genoemd en bestaan uit een snijtand (A)
en een dieptestellernok (B). De snijdiepte van de snijder
wordt bepaald door het hoogteverschil tussen deze
beide punten, oftewel de instelling van de dieptesteller
(C).
(Fig. 75)
Bij het slijpen van snijtanden moet u rekening houden
met vier belangrijke factoren:
•
Vijlhoek.
(Fig. 76)
•
Snijhoek.
(Fig. 77)
•
Vijlpositie.
(Fig. 78)
•
Diameter van de ronde vijl.
(Fig. 79)
Snijtanden slijpen
Gebruik voor het slijpen van de snijtanden een ronde vijl
Zaagkettingvijl en
en een vijlmal. Zie
zaagkettingcombinaties op pagina 255 voor informatie
over de aanbevolen breedte van de vijl en de vijlmal
voor de zaagketting die op uw apparaat is aangebracht.
1. Zorg ervoor dat de zaagketting correct is gespannen.
Een slappe ketting kan zijwaarts bewegen, waardoor
hij moeilijker op de juiste manier geslepen kan
worden.
2. Vijl alle tanden eerst aan de ene kant. Vijl de
snijtanden vanaf de binnenkant en oefen minder
druk uit tijdens het terughalen van de vijl.
3. Draai het product om en vijl de tanden aan de
andere kant.
4. Vijl zo dat alle tanden even lang zijn. Wanneer de
lengte van de snijtand slechts 4 mm (5/32")
bedraagt, is de zaagketting versleten en moet deze
vervangen worden. (Fig. 80)
Hoogte van de dieptesteller aanpassen
Slijp de snijtanden voordat u de instelling van de
dieptesteller aanpast. Zie
252 . Wanneer u de zaagtanden (A) slijpt, neemt de
Snijtanden slijpen op pagina
277 - 007 - 14.10.2019