Onderhoudsschema
Dagelijks onderhoud
Reinig de externe onderdelen van
het product en zorg dat de handgre-
pen vrij zijn van olie.
Controleer de gashendel en de gas-
hendelingvergrendeling. Zie
hendel en de vergrendeling van de
gashendel controleren op pagina
101 .
Zorg ervoor dat de trillingsdempers
niet beschadigd zijn.
Reinig en controleer de kettingrem.
De gashendel en de vergrende-
Zie
ling van de gashendel controleren op
pagina 101De terugslagbeveiliging
en de kettingremactivering controle-
ren op pagina 100 .
Controleer de kettingvanger. Zie
kettingvanger controleren op pagina
101 .
Draai het zaagblad, controleer de
smeeropening en reinig de groef in
De geleider contro-
het zaagblad. Zie
leren op pagina 108 .
Controleer of het zaagblad en de
zaagketting voldoende oliesmering
krijgen.
Controleer de zaagketting. Zie
juitrusting controleren op pagina 107 .
Slijp de zaagketting en controleer de
Zaagketting slijpen op
spanning. Zie
pagina 104 .
Controleer het kettingaandrijfwiel. Zie
Het rim-aandrijftandwiel controleren
op pagina 107 .
Reinig de luchtinlaat op de starter.
Controleer of moeren en schroeven
goed vastgedraaid zijn.
Controleer de stopschakelaar. Zie
start/stop-schakelaar controleren op
pagina 101 .
Controleer of er geen brandstof uit de
motor, tank of brandstofleidingen
lekt.
Zorg dat de zaagketting niet draait
wanneer de motor stationair draait.
544 - 005 - 10.05.2019
Wekelijks onderhoud
Reinig het koelsysteem. Zie
teem reinigen op pagina 109 .
Controleer de starter, het startkoord
De gas-
en de terugspringveer.
Smeer het naaldlager. Zie
lager smeren op pagina 107 .
Verwijder eventuele bramen op de
randen van het zaagblad. Zie
leider controleren op pagina 108 .
De
Maak het vonkenopvangnet van de
geluiddemper schoon of vervang het.
Reinig het gebied rond de carbura-
teur.
Reinig of vervang het luchtfilter. Zie
Het luchtfilter reinigen op pagina 103 .
Sni-
Reinig tussen de ribben van de cilin-
der.
De
Maandelijks onderhoud
Koelsys-
Controleer de remband. Zie
band controleren op pagina 100 .
Controleer het centrum van de kop-
peling, de koppelingstrommel en de
koppelingsveer.
Het naald-
Reinig de bougie. Zie
troleren op pagina 103 .
Reinig de externe onderdelen van de
De ge-
carburateur.
Controleer het brandstoffilter en de
brandstofleiding. Vervang indien no-
dig.
Controleer alle kabels en aansluitin-
gen.
Leeg de brandstoftank.
Leeg de olietank.
De rem-
De bougie con-
99