De geleider controleren
1. Controleer of het oliekanaal niet verstopt is. Reinig
indien nodig.
2. Controleer de randen van de geleider op bramen.
Verwijder bramen met een vijl.
3. Reinig de groef in het zaagblad.
4. Controleer de geleidergroef op slijtage. Vervang het
zaagblad indien nodig.
5. Controleer de punt van de geleider op ruwheid en
overmatige slijtage.
108
6. Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel
draait en of de smeeropening in het neuswiel van het
zaagblad open is. Maak schoon en smeer indien
nodig.
7. Draai de geleider dagelijks om de levensduur te
verlengen.
Onderhoud uitvoeren aan de
brandstoftank en de kettingolietank
•
Tap regelmatig de brandstoftank en de
kettingolietank af en reinig de tanks.
•
Vervang het brandstoffilter jaarlijks of vaker, indien
nodig.
OPGELET: Verontreinigingen in de tank
kunnen defecten veroorzaken.
Toevoer van de kettingolie afstellen
WAARSCHUWING: Stop de motor voordat u
de oliepomp gaat afstellen.
1. Draai de stelschroef van de oliepomp. Gebruik een
schroevendraaier of combinatietang.
a) Draai de stelschroef rechtsom om de
kettingolietoevoer te verlagen.
544 - 005 - 10.05.2019