omgevingen.
SPEED: bepaalt de aanpassingssnelheid van de
DELAY CNT: bepaalt hoe vaak de camera de
ATW FRAME: regelt de beeldvergroting zodat de
ENVIRONMENT: kies INDOOR voor binnenruimtes,
PUSH
Dit is een vaste instelling.
USER1
Twee personaliseerbare instellingen voor het regelen van
USER2
rode en blauwe kleurversterking. Een handige instelling
voor omgevingen verzadigd met één enkele kleur licht
(bijv. bars of feestzalen), of voor slechtzienden
(kleurenblindheid).
ANTI CR
Anti-colour rolling. Bepaalde lichtomstandigheden kunnen
ervoor zorgen dat er lopende kleurbalken in het beeld
verschijnen. Gebruik deze instelling om dit te
compenseren.
MANUAL
Bij het aanzetten van de camera wordt de
witbalanswaarde bepaald door het meest witte object in
beeld. De camera reproduceert de witte kleur aan de
hand van deze waarde, ongeacht de veranderingen in de
kleurtemperatuur of andere factoren. Indien deze waarde
onvoldoende kleurkwaliteit biedt, dan kan de kleurbalans
tussen rood en blauw manueel ingesteld worden voor een
betere beeldkwaliteit.
PUSH
Gebruik deze optie om de witbalans te regelen aan de
LOCK
hand van een wit referentieobject. Richt de camera op
een wit object zodanig dat het camerabeeld hier volledig
mee gevuld is. Druk vervolgens op de middelste toets
van de joystick. De camera gebruikt nu de kleur van dat
object als referentie.
V. 02 – 30/05/2013
CAMCOLD23 - CAMCOLD23W
witbalans. Hoe hoger de waarde, hoe sneller de
camera de witbalans aanpast.
Opmerking: een te snelle aanpassing kan leiden tot
kleurschommelingen.
kleurveranderingen nagaat en de witbalanscorrectie
toepast. Hoe lager de waarde, hoe frequenter de
controles en de aanpassingen.
camera de kleurverandering kan bepalen. (De
aanbevolen instellingswaarde is 1.0.)
en OUTDOOR voor buitenruimtes.
18
©Velleman nv