•
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor
dat de voorwerpen niet verschuiven.
•
Zorg er voor dat de sproeiarm vrij kan ronddraaien
voordat u een programma start.
Voor het starten van een programma
Controleer of:
•
De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst.
•
De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
•
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
•
Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd
(tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt).
•
De positie van de items in de mandjes correct is.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
De filters reinigen
C
•
Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten.
•
Plaats de platte filter (C) terug. Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit.
•
Plaats de filters (A) en (B) terug.
•
Plaats de filter (A) terug in de platte filter (C). Rechtsom draaien tot het vastzit.
Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen.
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als
etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben
verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig
voorwerp.
10
•
Het programma van toepassing is op het type lading
en de mate van bevuiling.
•
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt.
De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het
apparaat neemt Hete borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit
Aan het einde van het programma kan er
water aan de zijkanten en de deur van
het apparaat achterblijven.
Vuile filters en verstopte sproeiarmen
verminderen de wasresultaten.
Controleer regelmatig de filters en reinig
deze zo nodig.
Buitenkant reinigen
•
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek.
•
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
B
A