Signaal bij lage batterijspanning
• Bij lage batterijspanning ( lager dan 11 V) is
een voortdurend geluidssignaal te horen om aan
te geven, dat de batterij opgeladen moet wor-
den. De bedrijfs-LED/aanduiding van overbela-
t
sting
blijft groen branden.
• Als de batterijspanning lager wordt dan 10 V,
schakelt de spanningsconverter uit en de be-
drijfs-LED/aanduiding van overbelasting
brandt rood.
USB-apparaat opladen
Let op!
Vóór de aansluiting erop letten, dat de stroo-
mopname van het USB-apparaat niet hoger is
dan 500 mA. U krijgt meer informatie in de
gebruiksaanwijzing van uw USB-apparaat.
• Steek de USB-stekker van het USB-apparaat in
de USB-aansluiting
• Zet, zo nodig, het USB-apparaat aan.
Opmerking:
Het 220-240 V stopcontact
y
luiting
kunnen gelijktijdig gebruikt worden.
t
y
van de stroomomvormer.
r
en de USB-aans-
De kabelzekering vervangen
Levensgevaar door stroomschokken:
Ontkoppel de spanningsconverter van de
stroomvoorziening vóór het vervangen van de
zekering. Verwijder ook het apparaat dat op
de spanningsconverter aangesloten is.
Vervang de zekering door een gelijkwaardig, in de
technische gegevens aangegeven, type met identieke
uitschakelkarakteristieken.
Alvorens de stroomomvormer opnieuw in te schake-
len, stelt u eerst de oorzaak voor het activeren van
de zekering in.
Om de zekering te vervangen, gaat u als volgt te
werk:
• Draai de schroef los op de zekeringhouder
met behulp van een kruiskopschroevendraaier.
• Open de afdekking van de zekeringhouder
en trek de platte auto-zekering uit de houder.
• Plaats een nieuwe 20 A platte auto-zekering
(meegeleverd) in de beide aansluitingen en zet
de afdekking weer op de zekeringhouder
• Schroef de schroeven op de zekeringhouder
weer vast.
- 36 -
u
u
u
.
u