Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
■
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
■
blijven vitamines en mineralen behouden.
Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
De kookzones
Kookzone
In- en uitschakelen
Kookzone
$
met één ring
Kookzone
Inschakelen: kookzoneknop tot
ð
met twee rin-
rechts draaiend. Kookstand instellen Uit-
gen
schakelen: kookzoneknop op 0 draaien en
opnieuw instellen. Draai de kookzoneknop
nooit over het symbool
Braadzone
Inschakelen: kookzoneknop tot
æ
rechts draaien. Kookstand instellen Uitscha-
kelen: kookzoneknop op 0 draaien en
opnieuw instellen. Draai de kookzoneknop
nooit over het symbool
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de kookzoneknoppen in en uit.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de
aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn
afwijkingen mogelijk.
Smelten
Chocolade, couverture, gelatine,
boter
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
Melk**
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Knoedels, knödels
Vis
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
18
■
■
Kookzone- en restwarmte-indicatie
De kookzone- en restwarmte-indicatie
een kookzone warm is:
■
■
U kunt de restwarmte op een energiebesparende manier
gebruiken, u kunt er bijv. een klein gerecht mee warmhouden
naar
ð
of couverture smelten.
ð
heen op 0.
naar
æ
æ
heen op 0.
Kookzone instellen
Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen
van de kookzones in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Aanwijzing: De kookzone regelt de verwarming door in en uit
te schakelen. Ook bij het hoogste vermogen kan de
verwarming in- en uitschakelen.
Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig
roeren.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
Maak gebruik van de restwarmte van de kookplaat. Schakel
bij langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd de kookzone uit.
kookzone-indicatie - tijdens het gebruik, kort nadat u een
kookzone heeft ingeschakeld.
Restwarmte-indicatie - na het koken, wanneer de kookzone
nog warm is.
Doorkookstand
1
1-2
1-2
1-2
4*
3*
1
is verlicht wanneer
"
Doorkookduur in
minuten
-
-
-
-
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.