• Zorg dat het zaagblad op snelheid is voordat
deze het werkstuk raakt.
• Bedien knop (3) om de beschermkap-
vergrendeling op te heffen.
• Beweeg de zaagmachine nu rustig naar
beneden, zodat het zaagblad door het
werkstuk zaagt en in de gleuf van de tafel
loopt. Oefen geen druk uit op het zaagblad.
Geef de machine de tijd om door het werkstuk
heen te zagen.
• Beweeg de machine rustig weer omhoog en
schakel de zaagmachine uit door het loslaten
van de schakelaar (1).
De schuiffunctie gebruiken
Afb. 1
De machine moet stevig aan een
werkbank worden bevestigd.
Gebruik de schuiffunctie voor het zagen van
brede werkstukken:
• Klem het werkstuk vast met de klem
• Draai de knop (12) los
• Schuif de machine helemaal naar uzelf toe
• Schakel de machine in met de schakelaar
• Breng de zaag langzaam naar beneden zodat
de zaag door het werkstuk zaagt
• Duw de machine langzaam naar achteren
• Breng de machine langzaam omhoog en
schakel het uit door de schakelaar los te laten
Gebruiken van de laser
Fig. 2
• Om de laser in te schakelen, drukt u de aan/
uit-schakelaar 2 in.
• Om de laser uit te schakelen, laat u de aan/uit-
schakelaar 2 los.
Transport positie
Verplaats de zaag alleen wanneer deze in de
inwaartse transport positie staat. Controleer
dat alle vergrendelingen en draaiknoppen goed
vastzitten:
• Zorg ervoor dat de verstekhoek op 0° staat
ingesteld
• Zorg ervoor dat de zaaghoek op 0° staat
ingesteld
• Vergrendel de zaaghoek afstelknop (9) door
deze naar rechts te draaien
• Schuif de machine helemaal naar u toe
26
• Vergrendel de schuiffunctie door de knop van
glijdende ondersteuning (12) naar rechts te
draaien
• Ontgrendel de vergrendelingspin (5) aan de
rechterkant van de machine
• Gebruik de ontgrendelingsknop (3) om de
beschermkap vergrendeling omhoog te
trekken
• Duw de machine helemaal naar beneden
• Vergrendel de vergrendelingspin (5) aan de
rechterkant van de machine
Til de machine alleen op met de onderkant van de
machine en de handgreep (15). Til de zaag niet op
aan de schakelaar handgreep.
5. SERVICE & ONDERHOUD
Zorg dat de machine niet onder
spanning staat wanneer
onderhoudswerkzaam heden aan het
mechaniek worden uitgevoerd.
Geleiderails
Vuil kan de geleiderails en derhalve ook de
werking van de machine aantasten.
• Maak de geleiderails regelmatig schoon met
een zachte doek.
• Druppel wat smeerolie op de geleiderails.
• Beweeg de afkortzaag naar voren en naar
achteren om de olie over de hele rails te
verspreiden.
De machines zijn ontworpen om gedurende
lange tijd probleemloos te functioneren met een
minimum aan onderhoud. Door de machine
regelmatig te reinigen en op de juiste wijze te
behandelen, draagt u bij aan een hoge levensduur
van uw machine.
Reinigen
Reinig de machine-behuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en
vuil zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte
doek bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen
oplosmiddelen als benzine, alcohol, ammonia,
etc. Dergelijke stoffen beschadigen de kunststof
onderdelen.