Elektror S-MP Instructions De Service Et De Montage page 26

aarder door een of meerdere extra compatibele
aardingsleiding(en) met een lage impedantie en
NL
permanent verzekerd worden.
Meer informatie over de EMV-conforme installatie en mon-
tage vindt u in de aanwijzingen in de gebruiks- en montage-
handleidingen van de leverancier van de frequentieomvor-
mers.
3.3.1 Schakeling voor draaistroom-ventilatoren
Waarschuwing!
Gevaar door losse en onjuist aangehaalde verbin-
dingen!
Onjuist aangehaalde en losse verbindingen ver-
oorzaken elektrische schokken, brand, materiële
schade en persoonlijk letsel!
Controleer de verbindingen op loszitten en haal
deze aan overeenkomstig de aanhaalmomenten
in de volgende tabel.
W2 U2 V2
U1 V1 W1
L1 L2 L3
(L3) (L1)
-schakeling
(bassa tensione)
Tapbout
M4
M5
M6
M8
Controle van de draairichting
Ventilator kort inschakelen. De looprichting van het loopwiel
moet overeenstemmen met de richtingspijl op de behuizing.
Bij verkeerde draairichting moeten L1 en L3 gewisseld worden.
Ster-driehoek-aanloop
Motoren boven 3,5 kW zijn voorzien voor ster-driehoek-aan-
loop op het verzorgingsnet. Voor directe inschakeling (hoge
kortsluitstroom op het ogenblik van de inschakeling) de
voorwaarden met uw energienutsbedrijf afstemmen.
3.4 Speciale schakelingen en bijkomende klemmen
Voor motoren met omschakelbare spanning, motoren met
omschakelbare polen, FO-motoren en andere speciale scha-
kelingen van draai- en wisselstroommotoren bevinden zich
aansluitingschema's in de klemmenkast van de motoren bij
de levering. Dit geldt ook voor de optionele thermische wik-
kelbescherming en de stilstandverwarming.
3.5 Uitleg over de EMV-richtlijn (2014/30/EU)
Onze ventilatoren zijn componenten die bestemd zijn om
door vakpersoneel in andere machines of installaties gemon-
teerd te worden, met andere woorden die niet voorzien zijn
voor de eindgebruiker. De conformiteit van de eindinstalla-
tie/machine met de EMV-richtlijn moet door de fabrikant van
de eindinstallatie/machine verzekerd/bevestigd worden.
Ventilatoren bij netbedrijf:
Bij netbedrijf aan sinusvormige wisselspanning vervullen
de in de toestellen gemonteerde asynchrone motoren met
kooiankers de vereisten van de EG-richtiljn „Elektromagne-
26
tische verdraagzaamheid" 2014/30/EU, rekening houdend
met de normen EN 61000-6-4 (storingsemissie industrie)
EN 61000-6-3 (storingsemissie woningen).
Ventilatoren bij frequentieomvormerbedrijf (FO):
Voor de ingebruikname en tijdens het gebruik van de toestel-
len op de frequentieomvormer (voor zover daarvoor geschikt)
moeten voor het vervullen van de EG-richtlijn „Elektromag-
netische verdraagzaamheid" 2014/30/EU de EMV-aanwij-
zingen van de fabrikant van de frequentieomvormer en de
instructies uit de bedrijfs- en montageaanwijzing van Elektror
strikt worden nageleefd.
Wordt het toestel samen met een schakelkast-frequentie-
omvormerpakket of een wandmontage dichtbij de motor
geleverd, dan is, rekening houdend met bovenvermelde
EMC-aanwijzingen, de naleving van EN 61800-3 categorie
C2 (industriebereik) mogelijk.
W2 U2 V2
Ventilatoren met gemonteerde frequentieomvormer (FUK):
Toestellen met direct gemonteerde frequentieomvormer ver-
vullen, rekening houdend met de EMV-aanwijzing van de fa-
U1 V1 W1
brikant van de frequentieomvormer en de aanwijzingen van
de bedrijfs- en montageaanwijzing van Elektror, de eisen
L1 L2 L3
aan de EG-richtlijn „Elektromagnetische verdraagzaamheid"
(L3) (L1)
2014/30/EU, rekening houdend met de norm EN 61800-3 ca-
Y-schakeling
tegorie C2 (industriebereik).
(alta tensione)
Draaimoment
1,2 Nm
2,0 Nm
3,0 Nm
Voor de ingebruikname moet in elk geval de CE-conformi-
teitsprocedure met de bijhorende normen en richtlijnen uit-
6,0 Nm
gevoerd worden.
4 INFORMATIE OVER BEDRIJF EN
GEBRUIK
4.1 Fundamentele aanwijzingen
Zie de onder 1.1 beschreven aanwijzingen voor het doelma-
tige gebruik en de onder 1.2 tot 1.11 beschreven veiligheids-
aanwijzingen.
Wanneer tijdens het bedrijf de toegekende stroom van de
aandrijfmotor overschreden wordt, moet gecontroleerd wor-
den of netspanning en –frequentie met de gegevens van het
toestel overeenstemmen.
Na beschermingsuitschakelingen zoals het triggeren van de
motorveiligheidschakelaar, activering van het PTC-analyse-
toestel bij motoren met neutrale geleidersensor of bescher-
minguitschakeling van de frequentieomvormer bij FO-toe-
passingen, is een nieuwe start van het toestel pas toegelaten
wanneer de oorzaak voor de storing geïdentifi ceerd en ver-
holpen is.
Bij ventilatoren, die niet over de hele karakteristiek gebruikt
kunnen worden, kan bij te grote weerstand de motor overbe-
last worden (te hoge stroomopname). De volumestroom in
dit geval smoren door een aan druk- of zuigzijde gemonteer-
de smoorklep.
De ventilator mag niet aan tril- of stootbelastingen worden
blootgesteld.
4.2 Frequentieomvormerbedrijf
Door het gebruik van een frequentieomvormer is een groot
toerental mogelijk waarbij slechts een gering toerentalver-
Bedrijfs- en montagehandleiding S-MP
Waarschuwing!
In een woonomgeving kan dit product hoogfre-
quente storingen veroorzaken, die ontstorings-
maatregelen met zich mee kunnen brengen.
Waarschuwing!
In een woonomgeving kan dit product hoogfre-
quente storingen veroorzaken, die ontstorings-
maatregelen met zich mee kunnen brengen.
www.elektror.com