Hach ORBISPHERE 3650 ATEX Manuel D'utilisation De Base page 123

5. Deze opslagroutine wordt automatisch herhaald, met de frequentie die ingesteld is in menu
Sampling Rate in WinLog97. Waarden worden in volgorde opgeslagen in monsternummers 000
t/m 499.
Opmerking: Als eerder opgeslagen waarden niet gewist zijn, worden de oudere waarden automatisch
overschreven als er opgeslagen wordt.
6. Om het automatisch opslaan te beëindigen, wordt het instrument UIT gezet (door op de aan/uit-
toets POWER te drukken) terwijl het instrument in de normale meetmodus staat en niet terwijl het
bezig is met automatisch opslaan van gegevens.
7. Door het instrument opnieuw ON (aan) te zetten zonder toets STO ingedrukt te houden, keert het
instrument terug naar de meetmodus.
Opmerking: Als het automatisch opslaan van gegevens per ongeluk onderbroken wordt door het uitschakelen
van het instrument terwijl het bezig is met het opslaan van een waarde en er wordt vervolgens geprobeerd de
opgeslagen waarden te downloaden met programma WinLog97, dan volgt een Checksum Error (fout
controlesom) en kunnen de meetgegevens niet bekeken worden. Als dit gebeurt, ga dan terug naar het
instrument en neem handmatig één extra waarde op (zoals beschreven in
gegevens op pagina 123). U kunt dan uw oorspronkelijke set waarden downloaden naar uw pc.
6.4.2 Handmatig verzamelen van gegevens
Opmerking: U kunt gegevens niet handmatig opslaan als het instrument al ingesteld is op automatisch opslaan
van de gegevens.
1. Druk voor de eerste meting die opgeslagen moet worden eenmaal op toets STO om het
monsternummer weer te geven. Het standaardmonsternummer is 000 (de eerste keer) of 1 hoger
dan de laatst gebruikte geheugenpositie waar gegevens opgeslagen zijn.
2. U kunt dit nummer hoger of lager instellen door binnen drie seconden op de toetsen Pijltje
omhoog/omlaag te drukken.
3. Mocht u beslissen om deze meting niet op te slaan, wacht dan vijf seconden en het display keert
terug naar de meetmodus. Het is ook mogelijk de routine te beëindigen door op toets MEAS te
drukken.
4. Druk binnen vijf seconden na de eerste keer nogmaals op toets STO. Het instrument geeft kort
bericht [---] weer, gevolgd door de gasconcentratiemeetwaarde gedurende ongeveer drie
seconden
5. Bericht [---] wordt weergegeven terwijl de meetwaarde opgeslagen wordt
6. Herhaal de bovenstaande stappen om nog meer metingen op te slaan.
Als u de eerste meting opgeslagen heeft als monster 001, neemt het instrument automatisch de
volgende opslagpositie en noemt het monster 002. U kunt dit nummer hoger of lager instellen
door op de toetsen Pijltje omhoog/omlaag te drukken. Als u eenzelfde monsternummer neemt
als van een eerder opgeslagen meetwaarde, dan overschrijft de nieuwe meetwaarde de eerder
opgeslagen waarde.
6.4.3 Opgeslagen metingen bekijken
1. Schakel het instrument UIT (door op knop POWER te drukken).
2. Houd toets Pijltje omhoog ingedrukt terwijl het instrument opnieuw AAN gezet wordt. In het lcd-
display verschijnt een monsterpositienummer.
3. Blader door de genummerde monsterposities van alle opgeslagen waarden met de toetsen Pijltje
omhoog en Pijltje omlaag.
4. Druk op toets STO om de huidige gasconcentratiemeetwaarde van een bepaald monsternummer
te bekijken. In het lcd-display verschijnt nu de opgeslagen waarde van dat monsternummer.
5. Druk een tweede maal op toets STO om terug te keren naar de weergave van de volgende
genummerde positie, om door te gaan met bladeren of een andere opgeslagen waarde te
bekijken.
6. Om terug te keren naar de meetmodus, zet u het instrument uit en vervolgens weer aan zonder
dat er een andere toetsen ingedrukt worden.
Handmatig verzamelen van
Nederlands 123