5.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
BELANGRIJK Voor de aanwijzingen met betrekking op de
motor en de accu (indien voorzien), verwijst men naar de des-
betreffende handleidingen.
5.1. VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Plaats de machine horizontaal en stevig op het terrein.
• Olie en benzine bijvullen
BELANGRIJK De machine wordt zonder motorolie en brand-
stof geleverd.
De brandstof moet bijgevuld worden wanneer
de machine stilstaat en de dop van de bougie
verwijderd is.
Ga verder met tanken en controle/bijvulling motorolie volgens
de procedures en voorzorgsmaatregelen die zijn aangegeven
in de instructiehandleiding van de motor.
• Voorbereiding van de machine voor het werk
BELANGRIJK Voer de bewerking uit met de snij-inrichting
gestopt.
Met deze machine kan men het gras op verschillende wijzen
maaien.
• Voorbereiding voor het maaien en opvangen van het gras
in de opvangzak (Afb. 12).
• Voorbereiding voor het maaien en aflaat van het gras op
de grond achteraan (Afb. 13).
• Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen van het gras
(functie "mulching") (Afb. 14).
• Predispositie voor het maaien en zijdelings uitwerpen van
het gras op de grond (Afb. 15).
5.2. VEILIGHEIDSCONTROLES
• Controleer de integriteit en correcte montage van alle
machineonderdelen;
• Zorg ervoor dat alle bevestigingsmiddelen goed zijn
vastgedraaid;
• Houd elk oppervlak van de machine schoon en droog.
Actie
1. De machine opstarten.
2. Laat de hendel rem motor/
snij-inrichting los.
1. De machine opstarten.
2. Schakel de hendel van de
aandrijving in.
3. Laat de hendel van de aan-
drijving los.
1. Rijtest.
Indien eender welke van deze resultaten verschilt
van wat aangegeven is in de tabellen, mag de
machine niet gebruikt worden! Richt u tot een
dienstencentrum voor de nodige controles en
herstelling.
Resultaat
1. De snij-inrichting moet be-
wegen.
2. De hendels moeten automa-
tisch en snel naar de neutrale
stand terugkeren, de motor
moet stilvallen en de snij-in-
richting moet binnen enkele
seconden stoppen.
2. De machine gaat vooruit.
3. De machine stopt-
1. Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.
5.3. STARTEN EN WERKEN
OPMERKING Start de machine op een vlakke ondergrond
zonder hindernissen of hoog gras.
• Modellen met handmatige start (Afb. 16).
• Modellen met elektrisch startcommando met toets (Afb.
17).
BELANGRIJK Behoud tijdens het werk steeds de veilig-
heidsafstand ten opzichte van de snij-inrichting, die overeen-
stemt met de lengte van de steel.
Lediging van de opvangzak
(Afb. 18)
1. De schakelhendel loslaten en wachten tot de
snij-inrichting stil staat.
2. Plaats de achterste aflaatbeveiliging omhoog,
neem de handgreep vast en verwijder de op-
vangzak; houd de opvangzak rechtop.
5.4. STOPPEN
Laat aan het einde van het werk de remhendel van de motor
/ snijinrichting los (Afb. 19).
Na de machine stopgezet te hebben, moet men
enkele seconden wachten vooraleer de snij-
inrichting tot stilstand komt.
Raak de motor niet aan nadat deze is uitgeschakeld.
Gevaar op brandwonden.
5.5. NA HET GEBRUIK
• Reinig de machine (Par. 5.1).
• Vervang, indien nodig, de beschadigde delen en draai
losgekomen schroeven en bouten aan.
Telkens wanneer u de machine ongebruikt of onbewaakt
achterlaat.
• Haal de dop van de bougie (bij de modellen met handgreep
voor handmatig starten).
• Druk op het lipje en verwijder de toestemmingssleutel (bij
modellen met elektrische startknop).
6.
ONDERHOUD
De veiligheidsnormen die in acht genomen moeten worden,
zijn beschreven in hfdst. 1. Neem deze aanwijzingen strikt in
acht om geen ernstige risico's of gevaren te lopen:
Vooraleer eender welke controle, reiniging of ingreep voor
onderhoud/afstelling op de machine uit te voeren:
• Zet de machine stil.
• Zorg ervoor dat elk bewegend onderdeel gestopt is.
• Wacht tot de motor is afgekoeld.
• Haal de kap van de bougie.
• Verwijder de veiligheidssleutel of de accu (bij de modellen
met elektrisch startcommando met toets).
• Draag geschikte kledij, werkhandschoenen en een
beschermende bril.
6.1. REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik volgens de volgende
aanwijzingen:
• Was de machine na elke snit met water.
• Verwijder het grasafval en de modder die zich in het
chassis hebben opgehoopt.
• Verzeker u er steeds van dat de luchtgaten vrij zijn van afval.
• Gebruik geen agressieve vloeistoffen voor de reiniging
van het chassis.
NL - 4