N.B.:
De anti-verstikkingsklep zorgt
ervoor dat de luchtstroom wordt geregeld
wanneer de flow-generator wordt in- of
uitgeschakeld. Alvorens het masker te
gebruiken is het belangrijk dat u zich
bekend maakt met het functioneren van
de anti-verstikkingsklep, die automatisch
sluit wanneer de flow-generator begint te
werken en opent zodra de flow-generator
stopt. Test het functioneren ervan door het
masker stevig tegen uw gezicht te houden
en de draaibare kop van de klep met uw
hand af te sluiten. U hoort dan nog steeds
vrij te kunnen ademen.
Het masker mag niet worden gebruikt
•
als de membraan van de anti-
verstikkingsklep beschadigd is of
ontbreekt. Als de klepmembraan is
beschadigd, ontwricht of scheuren
vertoont, dient deze te worden
vervangen door een nieuwe
klepmembraan.
De uitlaat-ventilatiestroom is minder bij
•
een lagere maskerdruk (zie druk/flow-
curve – deel A). Als de maskerdruk
tijdens de uitademing te laag is, is er
wellicht niet genoeg uitlaat-
ventilatiestroom om de uitgeademde
lucht voor de start van de volgende
inademing volledig te laten uitstromen
via de ventilatieslang.
Het masker is wellicht niet geschikt voor
•
patiënten met een verhoogd risico op
regurgitatie van de maaginhoud.
Het masker moet worden gereinigd en
•
gedesinfecteerd/gesteriliseerd als het
door verschillende patiënten wordt
gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk "Het
reiningen van het masker tussen twee
patiënten door" voor bijzonderheden.
Als de flow-generator wordt gebruikt in
•
combinatie met zuurstof, moet de
zuurstoftoevoer worden uitgeschakeld
wanneer de flow-generator niet aan
staat.
Verklaring van de waarschuwing:
Wanneer de flow-generator buiten
gebruik is en de zuurstoftoevoer aan
blijft, kan de zuurstof uit de
ventilatieslang zich in de flow-generator
ophopen en gevaar voor brand
opleveren. Dit is van toepassing op de
meeste types flow-generators.
Zuurstof is brandbaar. Gebruik geen
•
zuurstof terwijl u rookt of in de nabijheid
van open vuur.
Zorg er altijd voor dat er een
•
luchtstroom wordt gegenereerd door
het apparaat voordat de
zuurstofvoorziening wordt ingeschakeld.
Schakel de zuurstofvoorziening altijd uit
•
alvorens de luchtstroom uit het
apparaat stop te zetten.
Niet roken terwijl de zuurstof is
•
ingeschakeld.
Het gebruik van een masker kan pijn aan
•
de tanden, het tandvlees of de kaak
veroorzaken of bestaande
tandheelkundige problemen verergeren.
Als er symptomen optreden, raadpleeg
uw arts of tandarts.
N.B.:
Bij een vaste mate van aanvullende
zuurstofvoorziening varieert de ingeademde
zuurstofconcentratie, afhankelijk van: de
ingestelde druk, het ademhalingspatroon van
de patiënt, het gekozen masker en de mate
van lekkage.
O
NDERDELEN VAN HET MASKER
Zie deel B van het illustratieblad.
H
ET MASKER OPZETTEN
C
Zie deel
van het illustratieblad
.