Vaillant auroSTEP plus 1.250 E Notice D'emploi page 52

Masquer les pouces Voir aussi pour auroSTEP plus 1.250 E:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2 Systeembeschrijving
Het systeem bestaat uit drie hoofdcomponenten:
A: 1-2 collectoren,
B: de geïsoleerde buizen en
C: een zonneboiler met geïntegreerde pomp(en) en
regeling.
Collectoren A
Bij de collectoren gaat het om vlakkeplaatcollectoren
auroTHERM VFK 135 D (16) of auroTHERM VFK 135 VD
(niet op alle markten beschikbaar) met serpentineabsor-
bers. Een in de collector bevestigde collectorvoeler (17)
meet de collectortemperatuur.
Buizen B
De buizen van het systeem bestaan uit de aanvoer- (1)
en de retourleiding (15). In het huis worden de leidingen
naast elkaar in een isolatie geïnstalleerd, die eveneens
nog de leiding voor de collectorvoeler (17) omgeeft.
Deze module wordt ook "2-in-1 buigzame leiding" ge-
noemd. Om de verbinding op het dak tot stand te bren-
gen, worden de koperleidingen van hun isolatie bevrijd,
verkort, weer van individuele isolatie voorzien en dan
met klemschroefverbindingen aan de collector beves-
tigd.
h
Aanwijzing!
Gebruik wegens de dimensionering van de buis-
leidingen uitsluitend koperbuis met een binnen-
diameter van 8,4 mm voor de buisverbinding
van het systeem.
Vaillant raadt de als toebehoren op 10 m lengte
(artikelnummer 302359) of op 20 m lengte
( artikelnummer 302360) verkrijgbare, eenvou-
dig te monteren "2-in-1 buigzame leiding" aan,
waarmee het systeem optimaal en beveiligd
werkt.
Zonneboiler C
De elektrische boilers VEH SN 150/3 i, 250/3 i en
350/3 iP hebben een vulvolume van ca. 150 l, 250 l resp.
350 l. Ze zijn met een zonnewarmtewisselaar en een
elektrische verwarmingsstaaf uitgerust.
De zonnewarmtewisselaar (7) bevindt zich in het onder-
ste deel van de boiler. Deze warmtewisselaar is met het
collectorcircuit verbonden. De elektrische verwarmings-
staaf (6) in het bovenste deel dient voor de naverwar-
ming van de boiler als de zonnestraling niet volstaat.
De beide boilervoelers (5) en (8) melden de telkens op-
genomen temperaturen aan de regeling (3), die in de
boiler geïntegreerd is. Andere in de boiler geïntegreerde
componenten zijn de collectorpomp(en) (12, 14), die
voor de circulatie van de collectorvloeistof door het zon-
necircuit zorg(t)en, een veiligheidsventiel (10) en twee
vul-/aftapkranen (11) en (13). De boiler zelf bevoorraadt
drinkwater dat door de koudwaterleiding (2) naar binnen
stroomt en door de warmwaterleiding (4) verwarmd op-
nieuw naar buiten stroomt.
6
Zonnecircuit
Het zonnecircuit bevat 1-2 collectoren (16), waarvan de
bovenste buisuitlaat met de koperen collectorvloeisto-
faanvoerleiding (1) verbonden is. Het andere einde van
deze leiding is met de bovenste aansluiting van de zon-
newarmtewisselaar (7) verbonden. De onderste aanslui-
ting van de zonnewarmtewisselaar loopt via een deel
van het in de boiler geïntegreerde zonnebuizenwerk (9)
naar de zuigzijde van de collectorpomp(en) 12, 14). De
pomp(en) pompt/pompen de collectorvloeistof in de re-
tourleiding van de 2-in-1 buigzame leiding (15), die met
de onderste aansluiting van het collectorveld (16) ver-
bonden is.
In het in de boiler geïntegreerde buizenwerk (9) bevin-
den zich ook de vul- en aftapkranen (11) en (13) en het
veiligheidsventiel (10).
Het zonnecircuit bevat een mengsel uit collectorvloeistof
en lucht. De collectorvloeistof bestaat uit een kant-en-
klaar water-glycolmengsel dat ook inhibitoren bevat. Het
wordt slechts moet zoveel collectorvloeistof gevuld als
er zich bij uitgeschakeld systeem in de zonnewarmtewis-
selaar (7) collectorvloeistof bevindt. De collectoren (16)
en de koperen collectorvloeistofaanvoerleidingen (1) en
(15) daarentegen zijn alleen met lucht gevuld.
Het is niet nodig om een expansievat in het zonnecircuit
te integreren, omdat het zonnecircuit niet compleet met
collectorvloeistof gevuld is. Veeleer bevindt zich vol-
doende lucht in het circuit die de volume-uitzetting van
de verhitte collectorvloeistof kan compenseren. De lucht
in het circuit wint daardoor aan functioneel belang.
Omdat de lucht absoluut in het systeem moet blijven,
mag er geen ontluchtingsventiel in het zonnesysteem in-
gebouwd worden.
Werkwijze van het zonnesysteem
Als het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler
(17) en de onderste boilervoeler (8) een bepaalde grens-
waarde overschrijdt, word(t)en de collectorpomp(en) (12,
14) ingeschakeld. Ze pomp(t)en collectorvloeistof uit de
zonnewarmtewisselaar (7) door de retourleiding van de
2-in-1 buigzame leiding (15), de collectoren (16) en de
aanvoer van de 2-in-1 buigzame leiding (1) terug in de
zonnewarmtewisselaar van de boiler.
De lucht, die zich voordien nog in de collectoren (16) be-
vond, wordt uit de collectoren gedrukt en stroomt via de
aanvoerleiding van de 2-in-1 buigzame leiding (1) in de
zonnewarmtewisselaar (7). Het hoofdaandeel van de
lucht verzamelt zich dan in de bovenste windingen van
de spiraalbuis van de zonnewarmtewisselaar. De reste-
rende zonnewarmtewisselaar blijft met collectorvloeistof
gevuld omdat de inhoud van de collectoren (16) en de
zonnekoperbuizen (1) en (15) kleiner is dan die van de
zonnewarmtewisselaar (7) in de boiler.
Zodra de collectoren (16) en de zonnekoperbuizen (1) en
(15) met collectorvloeistof gevuld zijn, vermindert het
pompvermogen omdat door de zeer kleine diameter van
de zonnekoperbuizen de op en neer stromende vloei-
stofzuilen elkaar compenseren. De pomp(en) moet(en)
Systeembeschrijving auroSTEPplus 0020173581_00

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Aurostep plus 2.250 e

Table des Matières