Bedieningsvoorschriften
Neerklappen rugleuning:
•
Draai bout A los met sleutel 13 en verwijder deze, zie Figuur 24 BOVEN.
•
De stelstang is nu los en de rugleuning kan neergeklapt worden.
•
Voor het herbevestigen van de stelstang plaats bout A terug en draai hem vast.
Voor het afnemen van de beensteunen: zie "Uitnemen van beensteun, armsteun of hoofdsteun" op pagina 20.
3.11.2
Met gebruiker in de stoel
De rolstoel kan gebruikt worden als een zitplaats in een auto of een taxi. Echter, als het voor de gebruiker mogelijk is om in de stoel
van de auto of taxi te gaan zitten en gebruik te maken van de autogordel, geniet dit de voorkeur.
Om de rolstoel te gebruiken als zitplaats in een auto of taxi, moet er gebruik worden gemaakt van een inzittende
beveiligingssysteem (gordel) dat niet vast zit aan de rolstoel. Dit systeem moet voldoen aan de eisen uit de norm ISO 10542-1.
Het 4-punts bevestigingssysteem om de rolstoel vast te zetten moet voldoen aan de eisen uit de normen ISO 10542-1 en ISO
10542-2.
Deze systemen zijn optioneel.
De afmetingen en de draaicirkel van de rolstoel kunnen beperkingen vormen voor het gebruik in een auto of taxi.
•
Stel de rolstoel altijd zodanig op dat de inzittende in de rijrichting kijkt.
•
Vastzetten van de rolstoel:
Voor het vastzetten van de rolstoel moeten de 4 bevestigingspunten gebruikt worden. (volgens ISO 7176-19). Deze
bevestigingspunten zitten aan de rolstoel vast. De locatie van de bevestigingspunten zijn aangegeven met een haaksymbool, zie
Figuur 26 onder. Er moeten altijd 4 riemen gebruikt worden om de rolstoel vast te zetten. Iedere riem moet vastgehaakt worden aan
de rolstoel en aan een bevestigingspunt in de auto.
De bevestigingspunten op de rolstoel:
30
bout A
Figuur 24
markering:
Figuur 25
Figuur 26