De
werkingstemperatuur
geregeld via de temperatuursturing.
Warm
1 = Laagste koelinstelling (Warmste
instelling)
4 = Hoogste koelinstelling (Koudste
instelling)
(Of)
Min. = Laagste koelstand
(warmste instelling)
Max. = Hoogste koelstand
(Koudste instelling)
Kies een stand overeenkomstig de
gewenste temperatuur.
De binnentemperatuur hangt ook
af van de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur geopend wordt en
de hoeveelheid voedsel die binnenin
bewaard wordt.
Wanneer u de deur vaak opent stijgt
de temperatuur in de koelkast.
Het is daarom raadzaam om de deur
na elk gebruik zo snel mogelijk te
sluiten.
De
normale
van uw apparaat moet -18 °C (0 °F)
bedragen. Als de thermostaatknop
naar links wordt gedraaid vanuit stand
wordt
Cold
bewaartemperatuur
1, wordt het toestel uitgeschakeld
en hoort u een klikgeluid. U kunt
lagere temperaturen krijgen door de
thermostaatknop in richting van stand
4 te draaien.
Wij raden aan de temperatuur met
een nauwkeurige thermometer te
controleren zodat u zeker weet dat
in de gewenste temperatuur in de
bewaarvakken wordt gehandhaafd.
Lees
de
thermometer onmiddellijk af. Deze
stijgt namelijk snel wanneer u de
thermometer weer uit de vriezer haalt.
Voedsel invriezen
De diepvriezer is gemarkeerd met
symbool op de deurrand.
U kunt het apparaat gebruiken om
verse etenswaren in te vriezen of om
diepvriesproducten te bewaren.
Raadpleeg de aanbevelingen op de
verpakking van de etenswaren.
A
Opgelet
Vries
geen
dranken in; wanneer de vloeistof
bevriest kan de fles barsten.
Wees
diepvriesproducten zoals gekleurde
ijsblokjes.
Overschrijd de vriescapaciteit van
uw apparaat niet binnen een periode
van 24 uur. Zie het typeplaatje.
Om de kwaliteit van het voedsel te
behouden, moet het invriezen zo snel
mogelijk gebeuren.
18
NL
temperatuur
van
koolzuurhoudende
voorzichtig
de
met