Télécharger Imprimer la page

Black & Decker CS2040 Mode D'emploi page 54

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 26
NEDERLANDS
Werking van de kettingrem tegen terugslag
Bij een terugslag komt uw linkerhand in aanraking met de
beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het
werkstuk. Het gereedschap stopt binnen een seconde.
Vertragingskettingrem testen (fig. A)
Controleer voor gebruik altijd of de terugslagrem goed
u
werkt.
Pak het gereedschap met beide handen stevig vast terwijl
u
u op een stabiele ondergrond staat. Zorg dat de zaagket-
ting (5) vrij van de grond is en schakel de zaag in (zie:
"Kettingzaag inschakelen").
Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste
u
handgreep, zodat de achterzijde van uw hand met de
beschermkap/kettingrem (3) in aanraking komt en deze
naar voren, in de richting van het werkstuk duwt (fig. A).
De zaagketting (5) moet binnen enkele fracties van een
seconde stoppen. Als u de beschermkap/kettingrem (3)
na activering wilt deactiveren, volgt u de instructies in het
gedeelte "Kettingrem afstellen".
Opmerking: Start de zaag pas opnieuw als de motor volledig
tot rust is gekomen.
Opmerking: Als de rem niet goed werkt, brengt u het
gereedschap naar een erkend servicecentrum van
BLACK+DECKER.
Als de zaagketting (5) of het zwaard (4) vast komt te zitten
Schakel het gereedschap uit.
u
Koppel het gereedschap los van de netspanning.
u
Open de snede met wiggen om de spanning van het
u
zwaard (4) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los
te wrikken.
Ga verder met een nieuwe zaagsnede.
u
Vellen (fig. I - K)
Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen
te vellen. De gebruiker kan letsel oplopen of schade veroor-
zaken als de boom in de verkeerde richting valt of versplintert,
of als er beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag
vallen. De veilige afstand tussen een te vellen boom en
omstanders, gebouwen en andere objecten is ten minste 2 ½
keer de hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw
of voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt
te worden door de vallende boom.
Voordat u een boom velt:
Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
u
vellen van de boom verbieden.
Houd rekening met alle factoren die de valrichting kunnen
u
beïnvloeden, zoals:
De beoogde valrichting.
u
De natuurlijke overhelling van de boom.
u
Een verdikking of rotte plek.
u
54
(Vertaling van de originele instructies)
Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse
u
kabels en ondergrondse afvoeren.
De richting en kracht van de wind.
u
Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van vallende
bomen of takken. Zorg dat de vluchtweg vrij is van obstakels
die u kunnen hinderen. Bedenk dat nat gras en vers gezaagde
boomschors glad zijn.
Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan
u
de zaaglengte van de kettingzaag.
Maak een inkeping om de valrichting te bepalen.
u
Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de val-
u
lijn een horizontale snede tot een diepte van 1/5e tot 1/3e
van de stamdiameter (fig. I).
Maak vervolgens van bovenaf onder een hoek van circa
u
45° een tweede snede die het einde van de eerste snede
kruist en zo de inkeping vormt.
Maak hierna vanaf de andere zijde 25 tot 50 millimeter
u
boven het midden van deze inkeping een enkele horizon-
tale snede. (fig. J). Zaag niet helemaal tot aan de inkep-
ing, aangezien u hierdoor de controle over de valrichting
kunt verliezen.
Sla een of meer wiggen in de zaagsnede om deze te
u
openen en de boom om te laten vallen (fig. K).
Bomen snoeien
Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
snoeien van de boomtakken verbieden. Snoei alleen als u
al wat meer ervaring met de zaag hebt opgedaan. Hierbij
bestaat namelijk een grotere kans dat de zaagketting klem
komt te zitten en terugslaat.
Houd vóór het snoeien rekening met alle voorwaarden die
de valrichting kunnen beïnvloeden, waaronder:
De lengte en het gewicht van de te zagen tak.
u
Een verdikking of rotte plek.
u
Andere bomen of obstakels zoals bovengrondse kabels.
u
De richting en kracht van de wind.
u
Vervlechtingen van de tak met andere takken. Houd
u
rekening met de toegankelijkheid van de tak en de val-
richting. Takken hebben de neiging om naar de boomstam
te zwaaien. Behalve de gebruiker loopt elke omstander,
elk object of elk gebouw onder de tak gevaar.
Maak ter voorkoming van versplintering de opwaartse
u
eerste snede tot een diepte van maximaal eenderde van
de takdiameter.
Maak vervolgens een neerwaartse tweede snede tot aan
u
de eerste.

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Cs2245