Bevordering van de toeschietreflex
• Als baby's beginnen met drinken van de borst, zuigen ze met snelle zuigbewegingen en een lage zuigsterkte. Dit
bevordert het loskomen van de melk, vanwege de stimulatie van de toeschietreflex. Dit effect kan worden nagebootst
door te beginnen met een hoger cyclusniveau (bijv. 8 balkjes) en door een minder sterk vacuüm te kiezen.
• Als de melk begint te stromen kan de cyclus worden verlaagd door op de pijl omlaag te drukken en kan het vacuüm
worden versterkt door op de pijl omhoog te drukken, tot u het niveau heeft gevonden dat voor u het prettigst is.
De toeschietreflex kan bij het kolven later op gang komen dan bij borstvoeding. De volgende maatregelen kunnen helpen:
• Masseer de borst voor u gaat kolven.
• Ontspan en denk aan uw baby.
• Staar naar een foto van uw baby.
• Breng een warm kompres aan op uw borst voor u gaat kolven.
• Verwarm de conus of tunnel van het borstschild voordat u hem aanbrengt.
Efficiënt kolven
• Masseer de borst tijdens het gebruik van de borstkolf. Dit kan de melkproductie bevorderen en voor een betere
melkstroom zorgen.
Vergroten van de hoeveelheid melk
• Gebruik een dubbele kolfset
• Gebruik de eerste 10 minuten of tot er geen melk meer stroomt een dubbele kolfset. Kolf dus beide borsten tegelijk af.
Schakel daarna over op een enkele kolfset. Kolf elke borst gedurende vijf minuten , terwijl u de borst zachtjes masseert.
6. Problemen oplossen
Als er sprake is van een fout, knippert het LED-display afwisselend groen en oranje.
Andere mogelijke fouten bij gebruik van het apparaat
• Vacuüm is zwak of ontbreekt:
Koppel de kolfset los van het apparaat. Sluit de aansluitopening (f) gedeeltelijk af met uw vinger om de zuigkracht te tes-
ten. Sluit de opening echter nooit helemaal af. De kolf werkt als er een zuigeffect waar te nemen is. Controleer de kolfset
aan de hand van de afzonderlijke gebruiksaanwijzing (gebruik alleen de originele kolfset van Ardo).
• De kolf werkt niet/er worden geen gegevens weergegeven:
Controleer de stroomvoorziening; als het apparaat nog steeds niet werkt is het defect.
• Als een van deze fouten optreedt en wordt bevestigd, moet het apparaat naar het verkooppunt worden teruggebracht of
teruggestuurd. Het apparaat moet worden gecontroleerd door daartoe getraind servicepersoneel of door de fabrikant.
Algemene fout
Schakel het apparaat uit en start het opnieuw op. Als de foutmelding blijft
verschijnen, is het apparaat defect en kan het niet worden gerepareerd.
nl
49