De diepvrieswaren om te ontdooien in
■
de koelruimte leggen. Hierdoor benut
u de koude van de diepvrieswaren
voor het koelen van
de levensmiddelen.
Een laag rijp of ijs in
■
de diepvriesruimte regelmatig laten
ontdooien!
Een laag rijp of ijs vermindert
de afgifte van koude aan
de diepvrieswaren en verhoogt
het energieverbruik.
Deuren van het apparaat zo kort
■
mogelijk openen!
De achterkant van het apparaat af en
■
toe met met een stofzuiger of borstel
reinigen om toename van
het energieverbruik te voorkomen.
Indien aanwezig:
■
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie
montagehandleiding). Een kleinere
afstand tot de muur heeft geen
nadelige invloed op de werking van
het apparaat. De energieopname kan
dan wel iets veranderen. De afstand
van 75 mm mag niet worden
overschreden.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van
een waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
69