Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
4. Persoonlijke trainingsprogrammeringen
Algemeen
– Zonder aparte programmeringen tellen de waardes in de
diverse functies [TIME; DISTANCE, CALORIES en PULSE] vanaf
>0< omhoog.
– Voor een zinvolle training is het voldoende voor slechts één
functie [TIME; DISTANCE, CALORIES of PULSE] een doel-
waarde in te stellen.
– Als een persoonlijke doelwaarde als trainingsprogrammering
ingesteld wordt, telt de computer vanaf deze waarde terug.
Bij het bereiken van de doelwaarde >0< hoort u een signaal.
Als daarna – zonder programmering van een nieuwe doel-
waarde - verder getraind wordt, telt de computer in deze
modus na indrukken van de START toets weer vanaf de
geprogrammeerde waarde terug.
– Eenmaal ingestelde doelwaardes kunnen tijdens de training
niet gewijzigd worden, dit kan pas na indrukken van de STOP
toets.
Doelwaardeprogrammering
Het instellen van de doelwaardes is bij alle fun-
cties hetzelfde: bijv. DISTANCE
1. Druk op de MODE toets tot in het weer-
gaveveld de omschrijving >DISTANCE< knippert.
2. Door kort indrukken van de toets UP verhoogt u de waarde.
Bijv. DISTANCE in 0,1 km eenheden. Als u de UP toets inge-
drukt houdt, vindt er een snellere telling plaats. Als men een
hogere waarde wil kiezen, kan men met de DOWN toets
ook direct van de minimum waarde naar de maximum
waarde springen: bijv. van DISTANCE 0.00 naar 99,90 K
3. Als u de doelwaarde weer wilt reduceren, drukt u kort (of
lang) op de DOWN toets.
4. Als u de doelwaarde ingesteld heeft, drukt u op de MODE
toets. De waarde is dan in deze functie opgeslagen en u gaat
naar de volgende functie bijv. CALORIES.
5. Programmeer de waarde indien mogelijk slechts in één
functie, omdat de trainingsdoelen elkaar anders overlappen.
Bijv. als u het voorgeprogrammeerde tijddoel eerder zou
bereiken dan het voorgeprogrammeerde belastingdoel.
6. De andere programmeringen [TIME, CALORIES of PULSE]
worden zoals onder 1-4 beschreven ook met de toetsen
SET, RESET en MODE ingevoerd.
Na het afsluiten van alle programmeringen drukt u op de
START/STOP toets en u kunt met trainen beginnen. Tijdens de
training zijn alle actuele waardes parallel naast elkaar af te lezen.
De geprogrammeerde waarde wordt tot >0< teruggeteld.
5. Training
Na inschakelen van het apparaat (zie hoofdstuk
1) knippert de programmaregel in het middelste
displaygedeelte. U komt ook in de programma-
regel door kort indrukken van de toets RESET,
zonder de computer opnieuw te starten.
– Kies het trainingsprogramma (MANUAL, PROGRAM, USER
of H.R.C.) met de toets UP of DOWN en bevestig weer met
MODE.
– Als de door u gekozen trainingsmodus MANUAL, PROGRAM
of USER is en u een doelwaarde voor de hartfrequentie
22
vooraf programmeert, wordt door de computer een optisch
en akoestisch alarm weergegeven, zodra de actuele waarde
van de hartfrequentie de doelwaarde bereikt is.
Training > MANUAL
Manuele training
Het belastingsprofiel wordt geli-
jkmatig in een Lijn weergegeven.
Alle programmeringen zijn indi-
vidueel
mogelijk.
DISTANCE, CALORIES, PULSE].
Voor een zinvolle training is het
voldoende slechts in een veld
[TIME; DISTANCE, CALORIES of
PULSE] een doelwaarde in te stellen. Trainingsbegin door
indrukken van de toets START en actief trainen. De lengte van
de manuele training bepaald u door tijdprogrammering onder
TIME.
Met de toetsen UP en DOWN kan voor begin of tijdens de
training het totale belastingsprofiel verhoogd of verlaagd worden.
Let op: het belastingsniveau wordt steeds met een getal verhoogd
(L1, L2, L3 ...L32); de balktoename gebeurt in blokken van 4;
d.w.z. L1-L4 = 1 balk, L5-L8 = 2 balken, L9-L12 = 3 balken etc.
Tijdens de training toont de computer in het belastingsprofiel (balk-
diagram) van links naar rechts met verticale knipperende balken
de trainingsvooruitgang. Als de geprogrammeerde waarde
[TIME, DISTANCE, CALORIES of PULSE] bereikt wordt, hoort u
8 seconden lang een akoestisch signaal. De trainingsgegevens
in het balkdiagram en in de velden [TIME, DISTANCE, CALORIES,
PULSE] worden niet verder geteld. U heeft het trainingsdoel
bereikt! Door indrukken van de START toets kunt u de training
met het geprogrammeerde doel nog een keer uitvoeren of met
een nieuwe instelling [TIME, DISTANCE, CALORIES, PULSE]
voortzetten.
Training > PROGRAM
Voorgeprogrammeerde
trainingsprogramma's
In de trainingsmodus PROGRAM
kunt u tussen 12 voorgepro-
grammeerde
trainingspro-
gramma's kiezen, in diverse bela-
stingsprofielen.
De lengte van het programma
bepaald u door tijdprogram-
mering onder TIME.
Door indrukken van de toetsen
UP - of DOWN wisselt u tussen de
programma's. Met de DOWN
toets komt u direct van P1 in P12. In de display verschijnt ca.
1 seconde het programmanummer (P1-12), dan wordt het bela-
stingsprofiel knipperend weergegeven. Met de toets MODE
bevestigt u de keuze of kiest met UP/DOWN een ander pro-
gramma.
[TIME,