tegelijk de 21 pincontact (de oranjebruine leider) af en sluit hem aan in de
connector 6Q0.972.706 op positie 2.
o Op de BCM eenheid sluit de grijs leider af van de B connector in de positie 7 en
isoleer hem.
Op de elektroinstallatiebos van de tractieinrichting zoek vier individuele leiders beëindigd
door contacten, die vlak bij de 6-pool connector 6Q0.972.716 zijn te vinden.
o Sluit de grijs-zwarte leider aan in de A - connector van BCM- eenheid op positie 43.
o Sluit de oranje- groene leider aan in de B - connector van BCM- eenheid op positie
20.
o Sluit de oranje- bruine leider aan in de B - connector van BCM- eenheid op positie
21.
o Sluit se grijze leider aan in de B - connector van BCM- eenheid op positie 7.
Verbind de connectors 6Q0.972.716 en 6Q0.972.706 aan elkaar en wikkel ze in met
beschermingsschuim.
Plaats de adapter met drie verzekeringen type 15 A naar de vrije positie van relaishouders
(zie plaatje 7).
Verbind de connectors terug in de BCM- eenheid.
Wat te doen bij verzekeringsdoos:
(1) WAARSCHUWING: bij de voertuigen, die geen voormistlichten hebben, sluit
direct de rode leider van de tractieinrichtingselectroinstallatiebos op de positie 53 B
(52B, 51B, 50B) aan. Verbind de connectors 1J0.973.303 en 1J0.973.333. niet. Op de
positie 53 B (52B, 51B, 50B) doe één verzekering 20A in (is niet een deel van het
stel).
Wikkel de vrije connector van de tractieinrichtingsinstallatiebos met
beschermingsschuimdeel in.
Neem de zekering op de positie 54.
Neem het contact uit de positie 54A (#) en sluit het aan de 1J0.973.333 connector op
positie 1. Sluit dit connector in de 1J0.973.303 connector van de
tractieinrichtingsinstallatie aan wikkel ze in met beschermingsschuim.
Zoek op de tractieinrichtingselectroinstallatie een rode leider uit, die met een contact
beëindigd is, die met afstand van 200mm van de connector 1J0.973.303. uitkomt. Schakel
dit leider aan bij de positie 54A (#) in de verzekeringsdoos.
Stop de zekering opnieuw in de positie 54.
Zoek op de tractieinrichtingselectroinstallatie een rode leider met een gele streep uit.
Schakel dit leider aan de positie 26B (#) in de verzekeringsdoos. Op de positie 26 doe een
verzekering 5A in.
Isoleer de 3 overige leiders (2 grijs en rood- zwart) en de tweepoolaansluitdoos 4B0.971.992. De
aansluitdoos 893.971.632 wordt niet gebruikt.
Voor alle voertuigen:
Codeer de BCM- eenheid in overeenstemming met de nieuwe inrichting.
Waarschuwing: Als de voertuig met een Park Pilot is uitgerust, decodeer dit eenheid van
dit systeem voor tractieinrichtingsinstallatiewerking.
Om de montage van de elektroinstallatie sluit de kabel van de negatieve pool van de accu aan
en check de elektroinstallatie met diagnostische apparaat. Als de functie van de elektroinstallatie
in orde is, ga door met de montage van alle resterende demonteerde delen.
(#):Notitie
Zekeringdoos:
A
Ingang van de elektriciteit naar de zekeringdoos
B
Uitgang van de elektriciteit door de zekeringdoos
38