veiligheidsinrichtingen zijn
uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
► Smart Connector met gesloten deksel
gebruiken.
► Ervoor zorgen dat de afdichtring zich in
de geleiding tussen de behuizing en
deksel bevindt.
► Deksel dusdanig afsluiten, dat het pijl-
pictogram naar het punt-pictogram op
de behuizing gericht is.
► Smart Connector niet monteren aan
grepen, schakelaars,
bedieningselementen,
beschermingselementen,
koelluchtgeleiders, bewegende
onderdelen of veiligheidsetiketten.
► Smart Connector niet monteren op
plekken die blootstaan aan hitte of
vonken.
► Wanneer voor de montage van de
Smart Connector schroeven of
popnagels worden gebruikt:
elektrische onderdelen, kabels,
brandstofleidingen of andere
componenten niet beschadigen.
► Wanneer voor de montage van de
Smart Connector schroeven worden
gebruikt: een geschikte boor met een
diameter van 3 mm resp. 4 mm
gebruiken zoals in de app staat
beschreven.
► Wanneer voor de montage van de
Smart Connector popnagels worden
gebruikt: Een geschikte boor met een
diameter van 3,5 mm gebruiken.
► Boorgaten aanbrengen vanaf de
binnenzijde van de betreffende,
gedemonteerde behuizingsdelen.
► Wanneer voor de montage van de
Smart Connector schroeven worden
gebruikt: schroeven aandraaien tot ze
spelingvrij zitten.
► Wanneer de STIHL Smart Connector
op een STIHL product wordt gebruikt:
de Smart Connector alleen op de in de
0457 399 0007 A B20
app beschreven en weergegeven plek
aanbrengen en de Smart Connector
alleen op de in de app en bij https://
connect.stihl.com/ beschreven en
weergegeven wijze en manier
aanbrengen.
► Wanneer de STIHL Smart Connector
op een product van derden wordt
gebruikt: handleiding van de fabrikant
van het desbetreffende product
raadplegen.
Onderhoud, opslag en reparatie
WAARSCHUWING
■ Agressieve reinigingsmiddelen, het
reinigen met een waterstraal of puntige
voorwerpen kunnen de Smart Connector
beschadigen. Als de Smart Connector
niet op de juiste wijze wordt gereinigd,
kunnen onderdelen niet meer correct
functioneren en kunnen de
veiligheidsinrichtingen zijn
uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig
letsel oplopen.
► Smart Connector vrijhouden van
vreemde voorwerpen. Waar nodig met
een droge doek of een zachte, droge
kwast reinigen.
► Geen reinigingsmiddelen of
oplosmiddelen gebruiken.
► Smart Connector niet met een
hogedrukreiniger of met water of
andere vloeistoffen afspuiten.
■ Kinderen kunnen de gevaren van de
Smart Connector niet herkennen en ook
niet inschatten. Kinderen kunnen ernstig
letsel oplopen.
► De Smart Connector buiten het bereik
van kinderen opbergen
■ De elektrische contacten op de Smart
Connector en metalen onderdelen
kunnen door vocht corroderen. De Smart
Connector kan beschadigd worden.
► De Smart Connector schoon en droog
opslaan.
71