Meister KB135M Traduction Du Manuel D'utilisation Original page 66

minste zo hoog zijn als het op
het elektrische gereedschap
aangegeven maximumtoerental.
Toebehoren die sneller dan
toelaatbaar draaien, kunnen breken en
weggeslingerd worden.
d De buitendiameter en dikte van het
inzetgereedschap moeten met de op
uw elektrisch gereedschap vermelde
afmetingen overeenstemmen.
Verkeerd bemeten inzetgereedschap
kan niet voldoende afgeschermd of
gecontroleerd worden.
e Slijpschijven, slijpwalsen of andere
toebehoren moeten exact op
de slijpspil of spantang van uw
elektrisch gereedschap passen.
Inzetgereedschap dat niet exact
in de opname van het elektrische
gereedschap past, draait ongelijkmatig,
trilt zeer sterk en kan tot het verlies van
de controle leiden.
f Op een doorn gemonteerde schijven,
slijpcilinders, snijgereedschap
of andere toebehoren moeten
volledig in de spantang of de
boorhouder geplaatst worden.
Het „uitstekende gedeelte" resp.
het vrij liggende gedeelte van
de doorn tussen slijpelement en
spantang of boorhouder moet
minimaal zijn. Indien de doorn niet
voldoende gespannen wordt of als het
slijpelement te ver naar voren staat,
kan het inzetgereedschap loskomen
en met een hoge snelheid uitgeworpen
worden.
g Gebruik geen beschadigd
inzetgereedschap. Controleer
het inzetgereedschap, zoals
slijpschijven, telkens vóór gebruik
op bramen en scheuren, slijpwalsen
op scheuren, slijtage of aanzienlijke
66
slijtage, draadborstels op losse of
5400620-Hand-Schleifmaschine-man.indd 66 5400620-Hand-Schleifmaschine-man.indd 66
gebroken draden. Als het elektrische
gereedschap of het inzetgereed­
schap valt, controleer dan of het
beschadigd is of maak gebruik van
ander onbeschadigd inzetgereed­
schap. Wanneer u het inzetgereed­
schap gecontroleerd en aangebracht
hebt, moet u en moeten in de
omgeving aanwezige personen
buiten de zone van het roterende
inzetgereedschap blijven, zodat u
het apparaat één minuut lang bij
een maximaal toerental kunt laten
draaien. Beschadigd inzetgereedschap
breekt meestal tijdens deze
testperiode.
h Draag persoonlijke beschermings­
middelen. Gebruik, afhankelijk
van de toepassing, een volledige
gezichts bescherming, een
oogbescherming of een veiligheids­
bril. Voor zover van toepassing,
draagt u een stofmasker, een
gehoorbescherming, beschermende
handschoenen of een speciale
schort die kleine slijp­ en materiaal­
deeltjes op een veilige afstand van u
weg houdt/houden. De ogen dienen
beschermd te worden tegen rond-
vliegende vreemde voorwerpen die bij
verschillende toepassingen vrijkomen.
Een stof- of ademhalings bescher-
mings masker moet het stof filteren, dat
tijdens het gebruik ontstaat. Indien u
langere tijd aan luid lawaai blootgesteld
bent, kunt u gehoorverlies oplopen.
i Houd andere personen op veilige
afstand van uw werkomgeving.
Iedereen die de werkomgeving
betreedt, moet persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen.
Brokstukken van het werkstuk of
van gebroken inzetgereedschap
kunnen weggeslingerd worden en
verwondingen ook buiten de directe
werkomgeving veroorzaken.
19.10.20 13:50 19.10.20 13:50