10.2 Storingen HFE
Probleem
Motor start niet.
Motor bromt, maar draait niet.
Motor stopt uit zichzelf.
Onvoldoende afzuigcapaciteit
Stof of rook uit uitblaasrooster
en/of signaallamp knippert of
brandt niet.
Machine maakt knetterend
geluid (= kortsluiting).
11
BESTELLEN VAN RESERVE-
ONDERDELEN
De voor de machine leverbare reserve-onderdelen vindt
u op de bijgesloten exploded view.
•
Richt uw bestelling aan uw leverancier en vermeld
altijd onderstaande gegevens:
- productnaam, aansluitspanning en serienummer
(zie het identificatieplaatje)
- artikelnummer van het betreffende onderdeel
0508080010/SFE-HFE/010111/G
Mogelijke oorzaak
Geen netspanning.
Losse contacten.
Hoofdschakelaar defect.
Zekering defect.
Transformator defect.
Relais defect.
Motor gebruikt 2 fasen (alleen bij 3-
fasen motor).
Motorcondensator defect/niet
aangesloten (alleen bij 1-fase motor).
Motordraairichting verkeerd.
Motor defect.
Motordraairichting verkeerd.
Ventilator vervuild.
Filters vervuild of verzadigd (*).
Valse lucht aangezogen (*).
Ionisator en/of collector verzadigd of
incorrect geplaatst (*), waardoor
kortsluiting kan ontstaan.
Geen hoogspanning op de
filtercel(len).
Slechte contacten bij ionisator en/of
collector.
Hoogspanningstransformator defect.
Hoogspanningsprint defect.
Kortsluiting in de ionisator en/of
collector (door verbogen lamellen).
Ionisator en/of collector incorrect
geplaatst.
Ionisator en/of collector ernstig
vervuild.
Niet goed gedroogde ionisator en/of
collector.
Lamellen van collector verbogen.
Ionisatiedraden van ionisator
verbogen of gebroken.
Metaaldeeltjes in ionisator en/of
collector.
Oplossing
Controleer de netspanning.
Herstel de contacten.
Herstel of vervang de
hoofdschakelaar.
Vervang de zekering.
Herstel of vervang de transformator.
Vervang het relais.
Herstel de fase-aansluiting.
Herstel, vervang of sluit de
motorcondensator aan.
Wijzig de draairichting.
Herstel of vervang de motor.
Wijzig de draairichting.
Reinig de ventilator.
Reinig de filters. Zie hoofdstuk 9.
Controleer of vervang het
afdichtingsmateriaal.
Reinig de filters en plaats ze op
correcte wijze. Zie hoofdstuk 9.
Druk de reset-knop in.
Controleer en herstel.
Vervang de
hoogspanningstransformator.
Vervang de hoogspanningsprint.
Controleer en herstel. Zie hoofdstuk 9
Plaats de filters op correcte wijze.
Reinig de filters. Zie hoofdstuk 9.
Laat de filters na reiniging goed
drogen. Zie hoofdstuk 9.
Herstel. Zie hoofdstuk 9.
Vervang. Zie hoofdstuk 9.
Reinig de filters. Zie hoofdstuk 9.
- benaming
- aantal
NL - 8