FRONTBEDIENING
Niveauregelaar (8)
Met deze regelaar kunt u het geluidsniveau in het lagetonen bereik naar wens instellen. Ga hiervoor als
volgt te werk:
1. Zet de basregelaar van uw versterker in de middenstand (lineair).
2. Belangrijk: draai de niveauregelaar tot de aanslag naar links (kleinste volume).
3. Zet muziek aan en versterk het volume met de regelaar van de versterker tot dit de gewenste waarde
heeft.
4. Stel het lagetonenniveau met de niveauregelaar in op de gewenste waarde.
Attentie: bij het aansluiten op de subwoofer-uitgang van een AV-receiver moet het subwoofer-niveau in
het setup van de receiver ingesteld zijn op 0dB.
Scheidingsfrequentieregelaar (10)
Hiermee stelt u de hoogste frequentie in die de subwoofer kan weergeven. In combinatie met
rekluidsprekers dient de scheidingsfrequentie te worden ingesteld op 100 Hz – 150 Hz. Bij het gebruik
van staande luidsprekers adviseren wij een instelling van 50 Hz – 100 Hz.
Infraroodsensor (11)
Richt de afstandsbediening bij gebruik op deze plaats.
BEDIENING MET DE AFSTANDSBEDIENING (AFB. 3)
•
Plaats voor ingebruikname de meegeleverde batterijen in het batterijvak aan de achterzijde van de
afstandsbediening.
•
Vervang lege batterijen door batterijen van hetzelfde type (AAA).
•
Als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, wordt het aangeraden om de batterijen uit het
apparaat te nemen. Dit voorkomt beschadiging door bijv. lekkende batterijen.
•
Batterijen afvoeren: Lege batterijen zijn klein chemisch afval, dat in overeenstemming met de
geldende voorschriften moet worden afgevoerd.
Power (12)
Schakel het apparaat in, als het zich in de stand-bymodus bevindt. Als de led-indicator niet brandt,
schakel het apparaat dan eerst in met de voedingsschakelaar aan de achterzijde. U kunt het apparaat
ook weer van de power-modus in de stand-bymodus zetten.
Volume (13)
Met deze toets stelt u het geluidsvolume van de muziek sterker ( ) of zachter ( ) in.
ONDERHOUD
Reinig het apparaat met een zachte, droge doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen, sprays of
oplosmiddelen: deze kunnen het oppervlak van het apparaat beschadigen.
20