5. Gebruik
5.2. Kiezen van de werkingsstand
■
Druk op knop Operation mode (
werkingsstand
.
Koelen
Drogen
Ventileren
Verwarmen <Alleen het type met de warmtepomp>
Automatisch (koelen/verwarmen) <Alleen het type met de warmtepomp>
Ventilatiestand
Wordt alleen aangegeven als het volgende geldt
Er wordt een afstandsbediening met kabel gebruikt
Die is aangesloten op LOSSNAY
Informatie over de multi system-airconditioner (Bui-
tenunit: MXZ-LIJN)
Bij de Multi-System-airconditioner (buitenunit: MXZ-lijn)
kunt u twee of meer binnenuniten op één buitenunit aan-
sluiten. Afhankelijk van de capaciteit kunt u meer dan
twee binnenuniten tegelijk in werking hebben.
• Wanneer u probeert meer dan twee binnenuniten, aangesloten op één
buitenunit, te gelijk te gebruiken, een voor koelen en een andere voor
te verwarmen, wordt de werkstand gekozen van het binnenunit dat als
eerste in werking werd gesteld. De andere binnenapparaten die later
zullen beginnen te werken, kunnen niet functioneren, wat u kunt zien
doordat er een bedrijfsindicator knippert.
In dit geval dient u alle binnenuniten op dezelfde werkstand in te stel-
len.
• Als de binnenunit is ingeschakeld in de automatische modus (AUTO),
is het mogelijk dat de bedieningsmodus (COOL HEAT) niet kan wor-
den gewijzigd. In plaats hiervan wordt de unit dan stand-by gezet.
• Wanneer het binnenunit in werking treedt terwijl het buitenunit bezig
is met ontdooien, duurt het enkele minuten (maximaal 15) voordat het
warme lucht begint uit te blazen.
• In de verwarmingsstand kan de binnenunit warm worden of kan het
geluid van stromende koelvloeistof worden gehoord, terwijl de binnen-
unit niet functioneert. In deze gevallen is er geen sprake van een sto-
ring. De oorzaak ligt in het feit dat de koelvloeistof voortdurend door
de binnenunit stroomt.
Automatisch bedrijf
■
Uitgaande van een ingestelde temperatuur, begint het koelbedrijf als
de ruimtetemperatuur te hoog is en begint het verwarmingsbedrijf als
de ruimtetemperatuur te laag is.
■
Bij automatisch bedrijf schakelt de airconditioner over naar koelbedrijf
als de ruimtetemperatuur verandert en 15 minuten lang minstens 2 °C
boven de ingestelde temperatuur blijft. Op dezelfde wijze schakelt de
airconditioner over naar verwarmingsbedrijf als de ruimtetemperatuur
15 minuten lang minstens 2 °C onder de ingestelde temperatuur blijft.
Koelen
15 minuten (schakelt van
verwarmen over naar koelen)
15 minuten (schakelt van koelen
over naar verwarmen)
■
Aangezien de ruimtetemperatuur automatisch wordt geregeld om een
vaste effectieve temperatuur te behouden, wordt het koelbedrijf een
paar graden hoger en het verwarmingsbedrijf een paar graden lager
uitgevoerd dan de ingestelde ruimtetemperatuur, zodra die tempera-
tuur is bereikt (automatisch energiebesparend bedrijf).
)
en kies de gewenste
Ingestelde temperatuur +2°C
Ingestelde temperatuur
Ingestelde temperatuur -2°C
5.3. Temperatuurinstelling
Om de kamertemperatuur te verlagen:
Druk op
om de gewenste temperatuur in te stellen.
De ingestelde temperatuur wordt weergegeven
Om de kamertemperatuur te verhogen:
Druk op
om de gewenste temperatuur in te stellen.
De ingestelde temperatuur wordt weergegeven
• Het beschikbare temperatuurbereik dat ingesteld kan worden is:
Koelen & Drogen:
19 - 30 °C
Verwarmen:
17 - 28 °C
Automatisch:
19 - 28 °C
• Er knippert 8 °C of 39 °C op de display, wat erop duidt dat de kamer-
temperatuur lager of hoger is dan de in de display weergegeven tem-
peratuur.
(Deze display verschijnt niet op de draadloze afstandsbediening.)
5.4. Instelling ventilatorsnelheid
■
Druk, als de unit is ingeschakeld, zo vaak op de knop voor de ventila-
tiesnelheid
als nodig is.
• Met elke druk op de knop wijzigt u de kracht. De momenteel gese-
lecteerde snelheid wordt weergegeven bij
• Dit is de wijzigingsvolgorde en de beschikbare instellingen.
Ventilatorsnelheid
snelheden 1
Speed 1
3 snelheden
+
Auto
Opmerking:
●
Het aantal ventilatorsnelheden is afhankelijk van het type unit dat is aange-
sloten.
●
In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke ventilatorsnelheid van
de snelheid die op het display van de afstandsbediening wordt aangege-
ven.
1. Als op het display "STAND BY" of "DEFROST" wordt getoond.
2. Als de temperatuur van de warmtewisselaar in de verwarmingsstand
laag is. (bijvoorbeeld onmiddellijk na het starten van het verwarmings-
bedrijf)
3. IIn de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de inge-
stelde temperatuur.
4. Als de unit in de modus DRY staat.
.
.
.
Display
snelheden 2
Speed 2
snelheden 3
Speed 3
Auto
57