FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
het apparaat niet voor andere doeleinden.
Gebruik het apparaat niet om bomen om te
zagen.
GEVAAR VAN ONGELUKKEN!
Breng geen veranderingen aan het product
aan om schade aan de gebruiker en/of het
apparaat te vermijden.
B 2. Draag kleding en een veiligheidsuitrusting
die geschikt is voor het gebruik van het ap-
paraat. Draag geen voorwerpen die in de
bewegende delen vast kunnen raken.
B 2.1 Draag nauw aansluitende kle-
ding tijdens het gebruik.
B 2.2. Draag een goedgekeurde veili-
gheidsbril of een gelaatsscherm.
B 2.3. Draag goedgekeurde oorbe-
schermers tegen het lawaai.
B 2.4. Draag een veiligheidshelm bij
het risico van vallende voorwerpen.
B 2.5. Draag stevige schoenen met
een niet gladde zool en stalen pun-
ten.
B 2.6. Draag stevige handschoenen.
B 3. Als u de SNOEIKETTINGZAAG gebruikt
moet u in een goede geestelijke en lichame-
lijke conditie zijn. GEBRUIK de SNOEIKET-
TINGZAAG NIET wanneer u vermoeid bent,
zich niet lekker voelt of onder invloed bent
van alcohol of drugs.
B 4. Langdurig gebruik van het apparaat kan
een verstoring van de bloedsomloop in de
handen veroorzaken (ziekte van de witte
vingers), die toegeschreven wordt aan de
trillingen. Factoren die van invloed kunnen
zijn op deze verschijnselen zijn:
- Persoonlijke aanleg van de gebruiker tot
schaarse bloedtoevoer naar de handen.
- Gebruik van het apparaat bij lage tempe-
raturen (het gebruik van warme handschoe-
nen wordt aanbevolen).
- Langdurig gebruik zonder onderbrekingen
(het wordt aanbevolen pauzes in te lassen).
- In geval van het optreden van tinteling en
verstijving, wordt het aanbevolen een arts te
raadplegen.
B 5. Houd het gereedschap altijd met twee han-
den vast.
Neem een stabiele en zekere stahouding
aan. Zorg dat u uw evenwicht niet verliest.
Ga tijdens het werk niet op onstabiele trap-
pen staan. Werk niet door op de takken van
de boom te gaan staan.
Om hoge takken af te zagen kunt u beter
een stabiele steiger gebruiken.
B 6. De SNOEIKETTINGZAAG is ontworpen
voor het gebruik op de rechterheup van de
gebruiker.
Houd het achterste handvat (met de bedie-
ningen) in de rechterhand en het voorste
handvat in de linkerhand.
B 8.
Pas op voor hoogspanning-
skabels of eventuele elektrische lei-
dingen. Houd een minimum afstand
10 m
van 10 m tussen de punt van de ste-
el en hoogspanningskabels aan.
LEVENSGEVAAR
ELEKTROCUTIE!
B 9. Werk niet bij regen of in een natte omge-
ving.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
SCHOKKEN EN KORTSLUITING!
Laat de SNOEIKETTINGZAAG niet
in contact met water liggen. Ver-
zeker u ervan dat noch de stekker
noch het verlengsnoer in aanraking
komt met water.
B 15. Werk alleen bij voldoende licht en goed
zicht en neem op tijd pauzes.
B 16. Tijdens de werking wordt de tandwielreduc-
tieaandrijving heet. Raak de tandwielkast
niet zonder veiligheidshandschoenen aan.
B 17. Voordat u iets aan de SNOEIKETTINGZA-
AG doet moet u het apparaat altijd eerst
uitzetten en de stekker uit het stopcontact
halen.
B 18. Let op de werkomgeving en eventuele ge-
varen die niet opgemerkt kunnen worden
door het lawaai dat de SNOEIKETTINGZA-
AG maakt.
B 19. Transporteer
de
met uitgeschakelde motor, hangend aan de
draagriem die het gewicht van het apparaat
draagt en met het zaagblad naar achteren
gedraaid. Als het apparaat getransporteerd
wordt moet de zaagbladafdekking aange-
bracht worden.
NL
DOOR
SNOEIKETTINGZAAG
31