Raadpleeg onderstaande tabel als het toestel niet goed werkt. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of
als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, schakel het toestel uit, koppel het netsnoer los en neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
Algemeen
Probleem
Er komt geen geluid uit de
luidsprekers.
Het geluid valt plots weg.
Het geluid kraakt/vervormt
of er is een ander
abnormaal geluid.
Het toestel werkt niet naar
behoren.
Het toestel wordt
ingeschakeld maar
meteen weer
uitgeschakeld.
Digitale of hoogfrequente
apparatuur veroorzaakt
storing.
De instelling van de klok is
gewist.
RADIO speelt niet op de
alarmtijd.
Klok knippert en het
toestel kan niet worden
bediend.
Radio-ontvangst
Probleem
Te veel ruis tijdens
stereouitzending.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Oorzaak
Het volume is mogelijk op het minimum
ingesteld.
De signaalbron is misschien niet correct.
Mogelijk is de slaapfunctie (☞ P. 5)
ingesteld.
Volume van de bron staat te hoog of
volume van het toestel staat te hoog.
Het toestel heeft mogelijk een sterke
elektrische schok gekregen door bliksem
of een teveel aan statische elektriciteit, of
de stroomvoorziening is onderbroken of
instabiel.
Het netsnoer is mogelijk niet goed
aangesloten.
Het toestel heeft mogelijk een sterke
elektrische schok gekregen door bliksem
of een teveel aan statische elektriciteit.
Het toestel staat misschien te dicht bij de
digitale of hoogfrequente apparatuur.
Het netsnoer van het toestel is wellicht
langer dan een week losgekoppeld
geweest.
ALARM TYPE staat ingesteld op BEEP. Stel ALARM TYPE in op SOURCE+BEEP
Aan de achterzijde staat CLOCK op SET
en het toestel staat in de
klokinstellingsmodus.
Oorzaak
U hebt misschien een radiozender
gekozen die zich ver van u bevindt of u
hebt een slechte ontvangst van
radiogolven in het gebied waar u zich
bevindt.
Oplossing
Pas het volumeniveau aan.
Kies de juiste signaalbron.
Schakel het toestel in en speel de signaalbron
weer af.
Regel het volume met VOLUME of stel het
geluid af met de geluidsregeling van DTA
CONTROLLER.
Schakel het toestel uit en koppel het netsnoer
los. Wacht ongeveer 30 seconden, sluit het
netsnoer opnieuw aan en schakel het toestel
in.
Zorg dat het netsnoer stevig in het stopcontact
zit.
Schakel het toestel uit en koppel het netsnoer
los. Wacht ongeveer 30 seconden, sluit het
netsnoer opnieuw aan en schakel het toestel
in.
Zet dit toestel verder weg van de apparatuur in
kwestie.
Stop de stekker van het netsnoer goed in het
stopcontact en stel de klok opnieuw in
(☞ P. 4).
of SOURCE (☞ P. 4).
Zet CLOCK op LOCK.
Oplossing
Probeer manueel afstemmen om de
signaalkwaliteit (☞ P. 8) te verbeteren of
wijzig de hoogte of richting van de antenne, of
verplaats het toestel (☞ P. 3).
13
Nl