(A) Voorzool (beweegbare schoen)
(B) Achterzool (vaste schoen)
Juiste afstelling
Inkepingen in het
oppervlak
Uithollen aan het
begin
Uithollen aan het
einde
De houtsnippers-uitwerprichting
veranderen (zie afb. 10)
De richting waarin de houtsnippers worden uitgeworpen
kan worden veranderd van links naar rechts. Om de
richting te veranderen, draait u de stop iets naar achteren
en trekt u deze eruit. Plaats de stop in de houtsnippers-
uitwerpopening aan de andere zijkant van het
gereedschap zodanig dat het gat over het uitsteeksel valt
(zie afb. 11).
Stofzak (los verkrijgbaar) (zie afb. 12)
Bevestig de stofzak aan de houtsnippers-uitwerpopening.
De houtsnippers-uitwerpopening is taps. Bij het
bevestigen van de stofzak, duwt u deze met kracht zo ver
mogelijk op de houtsnippers-uitwerpopening om te
voorkomen dat deze tijdens gebruik los raakt.
Wanneer de stofzak ongeveer halfvol is, haalt u de
stofzak van het gereedschap af en trekt u de sluiting eraf.
Gooi de houtsnippers in de stofzak weg en tik zacht tegen
de stofzak zodat ook het stof dat tegen de binnenkant
kleeft, en verdere afzuiging kunnen hinderen, eruit valt
(zie afb. 13).
OPMERKING:
• Als u een Makita-stofzuiger aansluit op uw
gereedschap, kunt u nog efficiënter en schoner
werken.
Een stofzuiger aansluiten (zie afb. 14)
Wanneer u tijdens het schaven schoon wilt werken, sluit u
een Makita-stofzuiger aan op uw gereedschap. Sluit
vervolgens de stofzuigerslang aan op de houtsnippers-
uitwerpopening, zoals aangegeven in de afbeeldingen.
Kniestuk (los verkrijgbaar) (zie afb. 15)
Door een kniestuk te gebruiken kunt u de richting waarin
de houtsnippers worden uitgeworpen veranderen om
schoner te werken.
30
(A)
(B)
(A)
(B)
(A)
(B)
Bevestig het kniestuk (los verkrijgbaar) op het
gereedschap door het erop te schuiven. Verwijder het
door het er eenvoudig af te trekken.
BEDIENING
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de
knop en de andere aan het schakelaarhandvat tijdens het
gebruik van het gereedschap.
Gebruik als schaaf (zie afb. 16)
Plaats eerst de voorzool van het gereedschap plat op het
werkstuk zonder dat de schaafmessen ermee in
aanraking komen. Schakel het gereedschap in en wacht
totdat de schaafmessen op volle snelheid draaien.
Beweeg het gereedschap vervolgens voorzichtig naar
voren. Oefen aan het begin van het schaven druk uit op
de voorkant van het gereedschap en aan het einde van
het schaven op de achterkant van het gereedschap. Het
schaven gaat gemakkelijker als u het werkstuk iets
aflopend opstelt zodat u iets 'bergafwaarts' schaaft.
De snelheid en diepte van het schaven bepalen het
eindresultaat.
De elektrische schaaf blijft schaven op een snelheid die
niet zal leiden tot verstopping met houtsnippers. Voor grof
schaven kan de schaafdiepte groter zijn, maar voor een
mooi resultaat moet u de schaafdiepte verkleinen en het
gereedschap langzamer vooruit bewegen.
Rabatten (zie afb. 17)
Om een haakse verdieping aan te brengen, zoals
aangegeven in de afbeelding, gebruikt u de
zijkantgeleider (liniaal).
Stel de rabatdiepte in met behulp van de dieptegeleider
(los verkrijgbaar).
Teken een schaaflijn op het werkstuk. Steek de
randgeleider in het gat aan de voorkant van het
gereedschap. Lijn de rand van het schaafmes uit met de
schaaflijn (zie afb. 18).
Ondanks dat het niet zichtbaar is op dit
zijaanzicht, lopen de randen van de
schaafmessen perfect parallel aan de rand
van de achterzool.
Oorzaak: Een of beide schaafmessen loopt
niet parallel aan de rand van de
achterzool.
Oorzaak: Een of beide schaafmessen steekt
niet ver genoeg uit ten opzichte van
het achterzooloppervlak.
Oorzaak: Een of beide schaafmessen steekt
te ver uit ten opzichte van het
achterzooloppervlak.