Coltene Pindex System Guide D'utilisation page 29

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
Gids voor de gebruiker
tige druk samen, waarbij u de volledige werktafelbehuizing naar ben-
eden laat glijden totdat de eindaanslag wordt bereikt (de lichtstraal
wordt dan automatisch uitgeschakeld). Boor daarna alle gaten tot de
volledige diepte. Gebruik geen overmatige kracht; beweeg langzaam
en laat de boor haar werk doen.
4. Nadat alle gaten zijn geboord, wordt elk gat waarin een dubbele
pen of een Tri-plus moet worden aangebracht, linguaal ingekerfd
met een dunne scheidingsschijf (Fig. 8, 9 en 10).
5. De gaten en het model worden grondig met perslucht gereinigd.
Het Deluxe model kan worden aangesloten op een persluchtope-
ning.
III. Pennen en hulzen aanbrengen
1. Breng een kleine hoeveelheid cyaanacrylaat cement in een
holte in een klein stukje zachte was (Fig. 11).
2. Elke Pindex pen wordt lichtjes in het cement gedompeld en in
het correcte pengat aangebracht. Om het u zelf gemakkelijk
te maken en een goede bereikbaarheid te garanderen, worden
eerste de korte Pindex pennen en de dubbele pennen aange-
bracht (Fig. 12). De dubbele pen moet zo worden aangebracht
dat de anti-rotatie rib samenvalt met de inkeping in het model
(Fig. 12). Daarna worden de lange Pindex pennen met cement
op hun plaats aangebracht (Fig. 13).
3. De grijze hulzen worden op de korte pennen geplaatst (Fig. 14).
4. De metalen huls wordt op de dubbele pen geplaatst (Fig. 15).
5. De witte hulzen worden op de lange pennen geplaatst (Fig.
16). Desgevallend worden de bruine of gele hulzen op de
medium pennen geplaatst.
6. Het vlakke gedeelte van de huls moet gericht zijn naar het
vlakke gedeelte van de andere huls in elke gietvorm.
IV. Vervaardigen van de Pindex
matrijsmodelbasis
1. Breng kaardwas aan over de uitsteeksels van de lange pennen.
De was moet breed genoeg zijn zodat hij zodanig kan worden
geplaatst dat hij over de hulsopeningen van de korte en dubbele
pennen past (Fig. 17 en 18).
2. Steek bevestigingsmalpennen in de gaten van de rubberen
gietvorm. Breng een geledingshuls aan op elke pen.
3. a. Voor de identificatie van patiënt en/of arts, brengt u de
bijgeleverde identificatiestrip (Fig. 19) aan in de groeven, met
de bedrukte kant naar de gietvormwand en de uitsteeksels
naar binnen geplooid (Fig. 20). De gietvorm is nu klaar voor
het vervaardigen van de basis (Fig. 21).
b. De naam en het logo van het laboratorium kunnen worden
aangebracht door een rubberen stempel permanent te
cementeren in de uitsparing van de flexibele gietvorm.
4. Smeer het model in.
5. Laat voorzichtig hardgips onder de kaardwas en rond de pen-
hulzen trillen (Fig. 22).
6. Vul de rubberen gietvorm met hardgips (Fig. 23).
7. Breng het gietvormmodel voorzichtig op zijn plaats (Fig. 24) en
verwijder overtollige hardgips. Laat alles hard worden.
8. Verwijder de geledingsbasisplaat van de rubberen gietvorm
(Fig. 25) en verwijder het model uit de rubberen vorm.
9. Verwijder het overtollige hardgips met de modelslijper (Fig 26).
10. Klik de geledingspennen in de hulzen (Fig 27).
11. Smeer in en bevestig op de geleder (Fig 28).
12. Verwijder het model van de geleder door het krachtig naar
omhoog te trekken (Fig. 29).
13. Verwijder de kaardwas (Fig. 30) zodat alle pennen en/of hul-
zen zichtbaar zijn (Fig. 31).
14. Op die manier krijgt u een venster dat toegang geeft tot de
Pindex pennen, zodat de matrijzen omhoog kunnen worden
geduwd om ze gemakkelijk van het model te verwijderen (Fig.
32).
15. Het afgewerkte moedermodel met de pennen kan in één
keer worden verwijderd door het aan de pennen naar
omhoog te duwen met behulp van de hoek van de laborato-
riumtafel (Fig. 33).
16. Matrijzen kunnen worden opgedeeld vanaf de onderkant van
het model met behulp van de Pindex handzaag (Fig. 34) en door
vervolgens de laatste 2 mm hardgips te verwijderen, waarbij de
interproximale marges behouden blijven (Fig. 35).
17. Matrijzen kunnen op de conventionele manier worden
opgedeeld vanaf de bovenkant met behulp van de Pindex
handzaag met fijn zaagblad.
18. De matrijzen worden vervolgens individueel bijgeslepen en
opnieuw samengesteld, waardoor ze klaar zijn voor de ver-
vaardiging van het waspatroon (Fig. 36).
V. Problemen opsporen, onderhoud en service
Door uw Pindex System boortoestel behoorlijk te onderhouden
en er op een gepaste manier mee om te gaan, wordt slijtage tot
een minimum beperkt en vermijdt u dat er onderdelen moeten
worden vervangen of dat u een beroep op ons moet doen voor
herstellingen.
Smering en reiniging
Alle lagers van de machine worden continu gesmeerd en vereisen
geen bijkomend onderhoud.
Zuig regelmatig al het opgehoopte afvalmateriaal en stof op of
veeg het weg met een borstel. GEBRUIK GEEN PERSLUCHT OM DE
MACHINE SCHOON TE MAKEN. Door de druk kan afvalmateriaal in
bewegende onderdelen terechtkomen.
De ophoping van gruis en afvalmateriaal en het niet regelmatig
schoonmaken van de machine zijn de belangrijkste oorzaken van
het niet functioneren van de machine, slijtage van de onderdelen en
veelvuldige herstellingsoproepen. Het afvalmateriaal dat ontstaat tij-
dens het boren moet regelmatig worden verwijderd. Met een borstel
of stofzuiger kunt u het afvalmateriaal naar behoren verwijderen,
vooral van de werktafel en het gebied rond de boorspankop. Rond
de boorspankop is er een stofvangring aangebracht. Deze ring vangt
het overgrote deel van het afvalmateriaal op tijdens het boren en voor-
komt dat het in of op andere delen van het apparaat terechtkomt. Het
opgehoopte afvalmateriaal moet voorzichtig worden opgezogen of
weggeborsteld (Fig. 37).
Een schoon instrument is de garantie bij uitstek voor een blijvende
nauwkeurigheid.
Overvloedige druk is vereist
29

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières