Bijlage
Veiligheidsinstructies
• Voorkom rook, stof, schokken, chemicaliën, vocht,
hitte en directe zonnestraling.
• De apparaat is niet waterdicht; houd hem droog.
• Reparaties aan dit apparaat mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel van de
technische dienst.
• Bij alle apparaten voor mobiele communicatie
kunnen interferenties optreden, die de prestaties
nadelig kunnen beïnvloeden.
• Raak de antenne niet aan als de beschermlaag ervan
beschadigd is. Aanraking van de antenne kan bij een
overdracht leiden tot lichte brandwonden.
• Houd het apparaat en accessoires buiten het bereik
van kinderen.
• Overtuig uzelf ervan dat door het gebruik van het
apparaat geen veiligheidsrelevante functies worden
gestoord. Volg altijd de wettelijke en nationale
voorschriften op.
• Er moet altijd een afstand van minimaal 15 cm van
geïmplanteerde pacemakers worden aangehouden
om eventuele storingen te voorkomen. Het apparaat
moet direct worden uitgeschakeld als u nadelige
effecten opmerkt of vermoedt.
78