•
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
•
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
•
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
•
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
•
Laat kookgerei niet droogkoken.
•
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
•
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
•
Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
•
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen
op het kookoppervlak.
•
Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste
vorm en een diameter groter dan de afmetingen
van de branders.
•
Zorg ervoor dat de pannen in het midden van de
branders staan.
•
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel
van de maximale stand naar de minimale stand
draait.
•
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
•
Plaats geen vlamverdeler op de brander.
•
Het gebruik van een kookapparaat op gas leidt
tot de productie van warmte en vocht. Zorg voor
een goede ventilatie in de ruimte waar het
apparaat is geïnstalleerd.
•
U moet bij langdurig intensief gebruik van het
apparaat waarschijnlijk meer ventileren,
bijvoorbeeld door een raam te openen, of
effectiever ventileren, bijvoorbeeld door het
niveau van de aanwezige, mechanische
ventilatie op te voeren.
•
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
•
Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv. azijn,
citroensap of reinigingsmiddelen voor het
verwijderen van kalkaanslag, in aanraking komen
met de kookplaat. Hierdoor kunnen doffe
plekken ontstaan.
ONDERHOUD EN REINIGING
•
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
•
Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
voordat u het schoonmaakt.
•
Trek voor onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
•
Gebruik geen waterstralen of stoom om het
apparaat te reinigen.
•
Maak het apparaat schoon met een vochtige,
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
•
De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
•
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
•
Haal de stekker uit het stopcontact.
•
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
•
Maak de externe gasleidingen plat.
SERVICEDIENST
•
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
•
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
5