Identificatie van de Componenten (vervolgd)
20. Mondstuk
21. Houder straalbuis
24. Hendel waterpistool
25. Veiligheidsblokkering hendel waterpistool
26. Stuur
27. Knop voor regeling water
28. Schoorsteen
2.2 Veiligheidsinrichtingen
De waterreiniger is voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen:
a) Amperometrische beveiliging
Het gaat om een in de schakelaar (2) opgenomen systeem dat de werking van de waterreiniger stopt
in geval van een overmatige absorptie van elektrische stroom, en dat de schakelaar zelf op "0" zet.
Bij de inwerkingtreding ervan gaat u als volgt te werk:
- trek de stekker uit het stopcontact;
- druk op de hendel (24) van het waterpistool om de mogelijke restdruk af te voeren;
- wacht 10÷15 minuten zodat de waterreiniger afkoelt;
- controleer of de voorschriften die in de paragraaf
ELEKTRISCHE LIJN"
mogelijk gebruikte verlengsnoer;
- steek de stekker opnieuw in het stopcontact en herhaal de startprocedure die beschreven wordt in
de paragraaf "werking" .
b) Veiligheidsklep.
Het is een klep voor de maximumdruk die door de fabrikant geijkt is en die de overdruk afvoert wanneer
zich een storing in het regelsysteem van de druk en/of van de temperatuur voordoet.
ATTENTIE
• Wanneer bovenstaande veiligheidsinrichting regelmatig in werking treedt, gebruikt u de waterreiniger
dan absoluut niet voordat u hem eerst heeft laten nakijken door een Gespecialiseerd Technicus.
c) Klep voor beperking/regeling druk.
Het gaat om een door de fabrikant geijkte klep die voorkomt dat een druk ontstaat die hoger is dan de
maximum toelaatbare waarden, en die het teveel aan vloeistof doet terugstromen naar de aanzuiging
van de pomp.
d) Thermostaat voor beperking/regeling temperatuur.
Het gaat om een thermostaat die voorkomt dat de maximumtemperatuur overschreden wordt.
e) Beveiliging ontbreken water.
Het gaat om een beveiliging die voorkomt dat de brander werkt wanneer het water ontbreekt.
f) Blokkering van de hendel van het waterpistool.
Het is een veiligheidsstop (25) die, wanneer ingedrukt, de hendel blokkeert (24) van het waterpistool (16)
in de gesloten positie geblokkeerd wordt, zodat het niet onbedoeld in werking kan treden (zie ook
Afb. 1, positie S).
2.3 Gebruiksbestemming
ATTENTIE
• De waterreiniger is uitsluitend bestemd voor het volgende gebruik:
- wassen van voertuigen, machines, gebouwen, gereedschappen enz. met koud water, eventueel met
toevoeging van door de Fabrikant aangeduide reinigingsproducten;
- verspreiding van de door de Fabrikant bevoegde reinigingsproducten;
- aanslagverwijdering en ontstopping van leidingen met behulp van speciale door de Fabrikant voorziene
hulpstukken;
- zandwaterstralen van voorwerpen met behulp van speciale door de Fabrikant voorziene hulpstukken.
• De waterreiniger mag niet gebruikt worden voor het wassen van: personen, dieren, elektrische apparatuur
68
staan, in acht genomen zijn, met name waar het gaat om de controle van het
29. Plaatje "Let op hete oppervlakken"
30. Drukindicator
31. Dop reservoir reinigingsmiddel
32. Dop gasolietank
33. Filter/pakking wateraanzuiging
34. Bedieningspaneel
35. Aansluiting wateraanzuiging
"CONTROLES EN AANSLUITING OP DE