OBJ_BUCH-1956-002.book Page 88 Monday, July 1, 2013 11:28 AM
88 | Nederlands
Druk voor het opvragen van de som van
beide metingen op de resultaattoets 6.
De berekening wordt in de meetwaarde-
regels a weergegeven. De som staat in de
resultaatregel c.
Na berekening van de som kunnen bij dit resultaat overige
meetwaarden of vermeldingen uit de meetwaardenlijst wor-
den opgeteld als vóór de meting telkens de plustoets 11
wordt ingedrukt. De optelling wordt beëindigd door het in-
drukken van de resultaattoets 6.
Opmerkingen over de optelling:
– Lengte-, oppervlakte- en inhoudswaarden kunnen niet bij
elkaar worden opgeteld. Als bijvoorbeeld een lengte- en
een oppervlaktewaarde worden opgeteld, verschijnt bij
het indrukken van de resultaattoets 6 kort „ERROR" in het
display. Vervolgens keert het meetgereedschap terug naar
de meetfunctie die het laatst actief was.
– Er wordt telkens het resultaat van een meting (bijvoor-
beeld inhoudswaarde) opgeteld, bij duurmetingen de in de
resultaatregel c weergegeven meetwaarde. De optelling
van afzonderlijke meetwaarden uit de meetwaarderegels a
is niet mogelijk.
Meetwaarden aftrekken
Als u meetwaarden wilt aftrekken, drukt u
op de mintoets 5. In het display verschijnt
ter bevestiging „–". Ga verder te werk als
bij „Meetwaarden optellen".
Gegevensoverdracht naar andere toestellen
Het meetgereedschap is met een Bluetooth®-module uitge-
rust die met radiotechniek de gegevensoverdracht naar be-
paalde mobiele eindapparaten met Bluetooth®-interface toe-
staat (bijv. Smartphone, tablet).
Informatie over de systeemvoorwaarde voor een Bluetooth®-
verbinding vindt u op de Bosch-internetpagina op
www.bosch-professional.com
Bij de gegevensoverdracht met Bluetooth® kunnen vertragin-
gen tussen mobiel eindapparaat en meetgereedschap optre-
den. Dat kan aan de afstand van beide toestellen tot elkaar of
aan het meetobject zelf liggen.
Via de micro-USB-aansluiting van het meetgereedschap kan
de gegevensoverdracht naar bepaalde apparaten met USB-
interface gebeuren (bijv. computer, notebook). In het USB-
bedrijf kan het tijdens de gegevensoverdracht tot een duide-
lijk verlengde laadduur n komen.
Activering van de Bluetooth®-interface voor de gegevens-
overdracht op een mobiel eindapparaat
Voor de activering van de Bluetooth®-interface drukt u op de
Bluetooth®-toets 13 van het meetgereedschap. Zorg ervoor
dat de Bluetooth®-interface aan uw mobiel eindapparaat ge-
activeerd is.
Voor de uitbreiding van de functieomvang van het mobiele
eindapparaat en voor de vereenvoudiging van de gegevens-
2 609 141 026 | (1.7.13)
verwerking staan speciale Bosch-toepassingen (apps) ter be-
schikking. Deze kunnen afhankelijk van het eindapparaat in
de betreffende stores gedownload worden:
Na het starten van de Bosch-toepassing wordt de verbinding
tussen mobiel eindapparaat en meetgereedschap tot stand
gebracht. Worden meerdere actieve meetgereedschappen
gevonden, kies dan het passende meetgereedschap. Wordt
slechts een actief meetgereedschap gevonden, dan vindt een
automatische verbindingsopbouw plaats.
Opmerking: Bij de eerste verbindingsopbouw (pairing) tus-
sen het meetgereedschap en een mobiel eindapparaat (bijv.
smartphone, tablet) kan het gebeuren dat een pincode voor
het meetgereedschap opgevraagd wordt. Voer in dit geval
„0000".
De verbindingsstatus alsook de actieve verbinding worden op
het display 1 weergegeven (l).
Kan binnen 5 minuten na het indrukken van de Bluetooth®-
toets 13 geen verbinding opgebouwd worden, dan schakelt
Bluetooth® voor het ontzien van de batterijen/accu's automa-
tisch uit.
Bij het gebruik van het meetgereedschap in de meetrail 27 is
gegevensoverdracht niet mogelijk.
Deactivering van de Bluetooth®-interface
Voor de deactivering van de Bluetooth®-interface drukt u op
de Bluetooth®-toets 13 of schakelt u het meetgereedschap
uit.
Bij gedeactiveerde Bluetooth®-interface of onderbroken
Bluetooth®-verbinding (bijv. wegens te grote afstand of hin-
dernissen tussen meetgereedschap en mobiel eindapparaat
alsook elektromagnetische storingsbronnen) wordt
Bluetooth® (l) op het display niet meer weergegeven.
Gegevensoverdracht via USB-interface
Verbind het meetgereedschap via de micro-USB-kabel met
uw computer of notebook. Na het starten van de software op
uw computer of notebook wordt een verbinding met het
meetgereedschap tot stand gebracht.
De actuele software alsook bijkomende informatie vindt u op
de Bosch-internetpagina op
www.bosch-professional.com
Opmerking: Zodra het meetgereedschap via de micro-USB-
kabel met een computer of notebook verbonden is, wordt de
Li-Ion-accu opgeladen. Afhankelijk van de hoogte van de laad-
stroom varieert de laadtijd.
Om het meetgereedschap zo snel mogelijk op te laden, ge-
bruikt u het meegeleverde laadapparaat, zie „Accu opladen".
Bosch Power Tools