EVO
INSTELLINGENLOGICA'S
OMSCHAKELING KOELING/VERWARMING
Er zijn 4 verschillende, alternatieve selectielogica's aanwezig
voor de werkwijze van de thermostaat, bepaald op basis van
de ingestelde configuratie op de besturing:
Lokaal: keuze door de gebruiker met de toets MODE
Afstand: in functie van de status van de digitale ingang
DI1
in functie van de temperatuur van het water
Estate
.
Wanneer er een alarm watersonde is, keert de
besturing van de werkwijze tijdelijk terug naar
werkwijze Lokaal.
in functie van de temperatuur van de lucht:
Inverno
Set - ZN/2
Waarbij:
Set de temperatuur is, ingesteld met de pijltjes
ZN de neutrale zone is
De werkwijze van de thermostaat wordt op het display
aangegeven via de symbolen KOELING en VERWARMING.
VENTILATIE
ALGEMENE ASPECTEN
De besturing kan twee types ventilatie beheren:
ventilatie in stappen met een vast aantal selecteerbare
snelheden (3 of 4);
modulerende ventilatie met variabele snelheid van 0%
tot 100%.
Het gebruik van het ene of het andere type beheer is
verbonden met het type ventilator (in stappen of modulerend)
die op de machine is gemonteerd. Op zijn beurt volgt de
instelling in stappen twee verschillende logica's op basus
van het type klep/kleppen (ON/OFF ofwel modulerend).
FC66003554
Rev 00
Besturing voor terminals
Inverno
t. a
.
Estate
t. aria
Set + ZN/2
GEBRUIKSHANDLEIDING
De reproductie van deze handleiding, ook gedeeltelijk, is streng verboden
Voor een correcte instelling houdt de besturing
bij een modulerende ventilatie ook rekening met
het aantal snelheden dat impliciet is aangegeven
via de waarde die aan de configuratieparameter
van het type eenheid is toegewezen. Ook al
lijkt het een tegenspraak om in geval van
modulerende ventilatie over "aantal snelheden"
te spreken, toch blijft deze informatie essentieel
om aan het besturingssysteem aan te geven of
het een eenheid betreft die al of niet geschikt
is om in natuurlijke thermoconvectie te werken
(met andere woorden: eenheid 2x1, dus 4
snelheden). In functie van deze informatie volgt
a
de modulerende instelling van de ventilatie
verschillende logica's.
Samengevat zijn de logica's voor automatische instelling
beheerd door de besturing (en hierna in detail beschreven)
als volgt:
ventilatie in stappen met klep ON/OFF (of geen) en
3 snelheden, in werkwijze koeling en verwarming;
ventilatie in stappen met klep ON/OFF (of geen) en
4 snelheden, in werkwijze zomer en winter;
ventilatie in stappen met modulerende klep en
3 snelheden, in werkwijze zomer en winter;
ventilatie in stappen met modulerende klep en
4 snelheden, in werkwijze zomer en winter;
instelling van de modulerende ventilatie met klep ON/OFF,
in werkwijze zomer en winter;
instelling van de modulerende ventilatie met modulerende
klep.
VENTILATIE IN STAPPEN
Met de toetsen UP/DOWN kan men kiezen tussen de
volgende snelheden:
AUTOMATISCHE SNELH.: in functie van de ingestelde
temperatuur en de temperatuur van de lucht in de
omgeving;
SUPERMINIMUM snelh.: alleen selecteerbaar als de
eenheid van het type 2X1 (4 snelheden) is
MINIMALE snelh.
Medium SNELH.
NL
10