1.
PRIMAIRE SCHAKELAAR: Schakelt de machine
in en uit.
2.
KNOP VOLTAGE REGELING: Met deze knop stelt
men de lasspanning van de machine in. Samen
met de juiste draadaanvoersnelheid resulteert dit in
een werkpunt. Gebruik de insteltabel aan de
binnenzijde van de deksel als referentie.
3.
KNOP DRAADAANVOERSNELHEID (WFS): Met
behulp van deze knop stelt men de
draadaanvoesnelheid in. Samen met de juiste
lasspanning resulteert dit in een werkpunt.
4.
PISTOOLSCHAKELAAR: Door te drukken op de
pistoolschakelaar, wordt de draadaanvoermotor en
de lasspanning ingeschakelt. Druk op de
schakelaar om met lassen te starten en laa them los
om te stoppen met lassen.
5.
LASPISTOOL: Geleid de lasdraad en de lastroom
mnaar de te lassen plaats.
a.
Pistool Liner – De lasdraad wordt door de liner
aangevoerd vanaf het draadaanvoersysteem.
De standaard liner is geschikt voor massieve
draden van 0.6mm tot 0.9mm wire. The De
PM180C machine kan 1.1mm Innershield
draden aanvoeren indien een 1,1mm liner in
het pistool is aangebracht.
b.
Contact Tip – Zorgt voor de elektrische
overdracht van de lasstroom naar de lasdraad.
c.
CUP/Nozzle – Wanner men Innershield las
beschermt de zwarte nozzle schroefdraad op
het laspistool. Tijden het MIG/MAG lassen
wordt de gascup gebruikt om het beschermgas
naar de las te geleiden.
6.
WERKSTUKKLEM EN KABEL: Plaats de
werkstukklem op het te lassen werkstuk. Hierdoor
wordt het electrisch circuit gesloten.
7.
AANSLUITING TOORTSSCHAKELAAR: plaats
de 4 polige stekker van de toorts in de stekkerdoos
in de machine.
8.
PLAATSING LASPISTOOL & VLEUGELMOER:
Voorzien in de elektrische aansluiting van het
laspistool. Het laspistool wordt met de vleugelmoer
vastgezet in de draadanvoerunit.
9.
AANSLUITING LASSTROOM: Deze aansluitingen
worden gebruikt voor het laspistool en de
werkstukkabel. Voor het MIG/MAG lassen sluit met
het laspistool aan de + pool aan. Voor het
innershield lassen sluit men het laspistool aan de –
pool aan.
10. HASPELDRAGER EN REM:
PowerMig 180 geschikt voor 100 mm en voor
200mm haspels.
spindel adapter voor het plaatsen van 200mm
haspels. Stel met behulp van de vleugelmoer de
remkracht dusdaning in dat de haspel niet
doordraait nadat de toortsschakelaar losgelaten
wordt.
11. DRAADAANVOERSYSTEEM EN
COMPONENTEN: Transporteerd lasdraad vanaf
de haspel door het aanvoersysteem en het
laspistool naar lasboog en wekstuk.
a.
Draadaanvoerrollen – transporteerd de
lasdraad door het draadaanvoersysteem. De
draadaanvoerrol heeft een groef die
overeenkomt met de gebruikte lasdraad en
diameter. Zie ook tabel B.1.
b.
Draadgeleiders – Geleiden de draad correct
tussen de draadaanvoerrollen. D binnenste
draadgeleider is voorzien van een bij de
gebruikte lasdraad horende groef. Zie ook
tabel B.1 voor de juiste draadgeleiders.
G-3
Standaard is de
Gebruik de bijgeleverde 50mm