Wateraansluiting
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor
■
het verwarmen van water met een specifieke
elektrische weerstand van ≥ 1 300 Ωcm bij 15 °C.
De specifieke waterweerstand kan worden
opgevraagd bij de betreffende waterleidingmaat-
schappij.
Montage
Let op de rechte plaatsing van de aansluitleidin-
■
gen in de aansluitstukken.
Draai de wartelmoeren op de aansluitstukken
■
met een steeksleutel strak aan terwijl u ze met
een tweede steeksleutel tegenhoudt.
Een T-stuk (voor een drukbestendige aansluiting)
■
en een flexibele aansluitslang zijn in speciaalza-
ken verkrijgbaar.
drukbestendig (gesloten)
46
nl
■
■
Temperatuur regelen
De toevoertemperatuur (in de winter eventueel
lager) en drukschommelingen kunnen de uitloop-
temperatuur beïnvloeden.
■
■
F2
F1
Gebruik bij een drukloze aansluiting een druklo-
ze aansluitkoppeling, bijvoorbeeld de als speciaal
accessoire verkrijgbare koppeling (eengreeps-
mengkraan BZ13061, tweegreepsmengkraan
BZ13051).
Vervang om het sproeipatroon van de water-
uitloop te wijzigen, de perlator uit de armatuur
door de meegeleverde straalregelaar.
Draai voor hogere temperaturen de toevoerkraan
voorzichtig dicht (F1).
Meng voor lagere temperaturen koud water bij
(F2).
drukloos (open)
F2
F1