Voeding, audio en RF-verbindingen
1. Sluit de P3T aan op een netvoedingsbron met de voedingsadapter.
2. Plaats 2 AA-batterijen in de bodypack-ontvanger.
3. Bevestig de antenne aan de BNC-antenneconnector
op het P3T-achterpaneel.
4. Sluit het mengpaneel of de audiobron aan op de P3T-audio-
ingang met behulp van gebalanceerde kabels van ¼ inch.
Belangrijk: Gebruik de ingang LEFT/CH1 wanneer er slechts één zenderingang
wordt aangesloten. Stel de zender in op MONO om audio te horen op beide kanalen
van de ontvanger.
POWER
MONO/STEREO-MX
LINE/AUX
L - LOOP OUT - R
LEFT/CH.1 IN
RIGHT/CH.2 IN
PS23
Scannen naar het beste open kanaal
Volg deze stappen om de RF-omgeving te scannen en de best beschik-
bare bedrijfsfrequentie te vinden:
1. Schakel de bodypack-ontvanger gelijktijdig in met eventuele mogelijke
interferentiebronnen, waaronder draadloze systemen, computers,
audioapparaten, mobiele telefoons, LED-panelen en andere elek-
tronische apparaten die tijdens een optreden worden gebruikt.
2. Zorg ervoor dat de P3T-zender UIT is.
3. Plaats de ontvanger in het gebied van het optre-
den en druk op SCAN om de beschikbare kanalen bin-
nen de huidige groepsinstelling af te zoeken.
Bij gebruik van meerdere PSM300-systemen of bij bedrijf in een locatie
met veel draadloze apparaten, voert u eerst een groepsscan uit, gevol-
gd door een kanaalscan:
Groepsscan: Houd de knop SCAN op de ontvanger ingedrukt.
Kanaalscan: Druk op de knop SCAN op de ontvanger.
ANTENNA
POWER
MONO/STEREO-MX
LINE/AUX
L - LOOP OUT - R
LEFT/CH.1 IN
RIGHT/CH.2 IN
PSM300 Transmitter P3T
input
sync
group
channel
(1-9)
Voeding = uit
Groep
Kanaal
Scan
Een draadloze verbinding tussen ontvangers
en zenders maken (synchroniseren)
Om audio van de zender naar de ontvanger door te zenden, moeten
beide op dezelfde frequentie zijn afgesteld. De eenvoudigste manier om
het systeem te configureren is met de automatische synchronisatiefunc-
tie. Hiermee worden instellingen voor groep en kanaal met één druk op
de knop overgedragen. Afhankelijk van uw systeemconfiguratie kunt
u één van de volgende processen gebruiken om de componenten te
synchroniseren:
ANTENNA
Lijn de IR-vensters uit om de ontvanger en zender te synchroniseren
Druk op de knop SYNC om groeps-/kanaalgegevens over te dragen
Eén zender en één ontvanger
Bij een opstelling van één zender en één ontvanger dient de volgende
synchronisatieprocedure te worden gebruikt, tenzij voorafgaand aan een
optreden een groeps-/kanaalinstelling is toegewezen.
power
(1-F)
Van ontvanger naar zender synchroniseren:
1. Voer een scan op de ontvanger uit (zie 'Scannen naar
het beste open kanaal' voor beste praktijken).
2. Lijn de IR-vensters op de ontvanger en zender uit.
De vensters dienen 6-11 cm uit elkaar te zijn.
3. Druk op de knop SYNC op de zender terwijl de blau-
we RF-LED op de ontvanger knippert.
4. De zender geeft SYNC weer als de synchronisa-
tie is gelukt. De pijl tussen Rx (ontvanger) en Tx (ze-
nder) geeft de richting van de synchronisatie aan.
Opmerking: Als de RF-LED op de ontvanger knippert na het uitvoeren van een
scan, verstuurt de ontvanger zijn frequentie-informatie naar de zender. Als het
knipperen is gestopt, drukt u op SYNC om de frequentie-instelling van de zender
naar de ontvanger te versturen.
PSM300 Transmitter P3T
input
sync
group
channel
power
(1-9)
(1-F)
PSM300 Transmitter P3T
group
channel
power
(A-Y)
(0-9)
sync
81