USB-spanningsuitgang
Aan de omvormer kunnen verschillende USB-aangedreven standaard kleine apparaten, zoals MP3-spelers,
mobiele telefoons, etc. rechtstreeks worden aangesloten en opgeladen. De USB-uitgang is enkel actief
wanneer de omvormer in gebruik is.
Steek de USB-kleinverbruikers in de USB-bus (8) en schakel de omvormer in.
De USB-uitgang dient alleen voor de voorziening van kleine USB-apparaten. Er vindt geen gegevensover-
dracht plaats.
Beschermingsfuncties
De omvormer is voorzien van omvangrijke beveiligingsfuncties, die een veilig gebruik waarborgen en de
omvormer, de accu en de aangesloten verbruiker beschermen.
Bescherming tegen onjuiste polariteit
Als de polaritiet van de ingang bij de aansluiting wordt omgewisseld, kan de omvormer niet worden inge-
schakeld. Schakel de omvormer uit en controleer de correcte polariteit. Sluit de omvormer in de juiste
polariteitsrichting aan. De omvormer kan na correcte aansluiting opnieuw in gebruik genomen worden.
Uitschakeling bij overspanning
De omvormer schakelt de uitgang automatisch uit, van zodra de ingangsspanning het toegelaten bereik
overschrijdt (zie technische gegevens). Deze uitschakeling wordt door snel knipperende LED-controle-
lampjes gesignaleerd.
Als de ingangsspanning naar de toegelaten spanningswaarde zakt, schakelt de omvormer automatisch
opnieuw in.
Uitschakeling bij onderspanning (diepontladingsbeveiliging)
De omvormer schakelt de uitgang automatisch uit, van zodra de ingangsspanning het toegelaten bereik
onderschrijdt (zie technische gegevens).
Voor de uitgang echter wordt uitgeschakeld, ziet u een langzaam knipperende waarschuwingscontrole-
lampje op LED (9). Als de ingangsspanning verder daalt en de uitschakelwaarde bereikt, wordt de uitgang
uitgeschakeld. Deze uitschakeling wordt door snel knipperende LED-controlelampjes (9) en (10) gesigna-
leerd.
De onderspanningsuitschakeling spreekt in de regel aan bij een lege accu. Het volstaat in de meeste
gevallen de accu bij te laden. Als de herinschakeldrempel wordt bereikt, schakelt de omvormer opnieuw
naar de normale werking.
De onderspanningsuitschakeling gebeurt dynamisch. De ingestelde uitschakeldrempel
wordt bij hogere last automatisch met tot 1,0 V verlaagd. Dit wordt door kortere
bedrijfstijden bij spanningszwakkere stroombronnen opnieuw gecompenseerd.
64