De omvormer wordt warm tijdens gebruik; zorg voor voldoende ventilatie. Ventilatiesleuven mogen niet
worden afgedekt!
Omvormer en aangesloten verbruikers mogen niet zonder toezicht worden gebruikt.
Zorg voor een voldoenden ventilatie van de omvormer en de accu's. Accudampen kunnen door de
omvormer worden ontstoken. De accu en de omvormer mogen daarom alleen in afzonderlijke ruimtes
worden ingebouwd.
Sluit de 230 V-uitgang van de omvormer niet aan op een andere bron van 230 V.
De omvormer is niet geschikt voor gebruikt bij mensen en dieren noch bij levensnoodzakelijke medische
apparatuur.
Stal het apparaat niet bloot aan mechanische belastingen. Een val van op geringe hoogte kan het appa-
raat reeds beschadigen. Trillingen en direct zonlicht moeten worden vermeden.
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat
een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer functioneert en
- het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- het apparaat tijdens transport zwaar is belast.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in acht, zoals die beschreven zijn in de afzonderlijke hoofdstukken
resp. in de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparaten.
Let er op dat onderdelen van de omvormer na het schakelen van de beveiliging (de zekering) onder
spanning blijven!
Behandel het product voorzichtig, door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigen. Laat het apparaat in dit geval door vakkundig personeel controleren voor u het opnieuw in
gebruik neemt.
Indien u beschadigingen vaststelt, mag u het product niet meer gebruiken. Breng het naar een repara-
tiedienst of verwijder het op een milieuvriendelijke wijze.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet hij worden vervangen om gevaar te vermijden. Gebruik uitslui-
tend aansluitkabels van voldoende afmetingen (zie de technische gegevens).
Herstellingen aan het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door vaklui. Onoordeelkundige herstel-
lingen kunnen leiden tot belangrijke gevaren. Richt u zich voor herstellingen tot onze service-afdeling.
Gebruik het apparaat niet op warme oppervlakken. Let er op dat de verluchtingsgleuven niet bekneld raken.
Bescherm de omvormer tegen hitte! Als de omvormer omwille van een te hoge omgevingstemperatuur te
warm wordt, schakelt de oververhittingsbeveiliging het apparaat uit om gevolgschade te vermijden. Wacht
in dit geval tot het apparaat is afgekoeld.
Beveilig of bevestig het apparaat bij gebruik in een voertuig zodanig dat een probleemloze bediening
van het voertuig gegarandeerd is.
Let er voor het in gebruik nemen op, dat de leiding en de stekker droog zijn. Neem het apparaat nooit in
bedrijf met natte handen.
Gebruik het apparaat alleen onder toezicht.
59